Inhoudsopgave
Advertenties
Druk de (BEVESTIGEN) toets om de ingegeven instellingen op te slaan en het venster te verlaten.
Voor de Expera handbrandmelders –HMi en WP HMi– wordt de volgende specifieke parameter
onderaan in het venster weergegeven:
Voor de Expera sirene –WSRi– wordt de volgende specifieke parameter in het venster weergegeven:
De volume instellingen
van sirenes heeft
invloed op het
maximaal aantal
De volume instelling heeft invloed op de alarmstroom van de sirene. Raadpleeg de handleiding van de
signaalgevers op de
sirene voor meer informatie over het volume en de alarmstroom.
melderlus.
Voor Expera sirene–flitslicht combinatie –WSBRi en WSBWi– worden de volgende specifieke
parameters en opties onderaan in het venster weergegeven:
De totale alarmstroom
van alle signaalgevers
op de melderlus mag
niet meer dan 300 mA.
bedragen.
Calculeer vooraf.
Gebruik de optie
FLITS RESET voor
een flitslicht bij een
brandweeringang.
De volume instelling heeft invloed op de alarmstroom van het sirene–flitslicht. Raadpleeg de
handleiding van het sirene–flitslicht voor meer informatie over het volume en de alarmstroom.
46
TEST: de menuoptie test start een interne test van de melder. De resultaten worden
gepresenteerd in een nieuw venster. In het venster worden de volgende parameters getoond:
ROOK: toont het actuele percentage rook in de optische kamer van melder.
o
VERVUILING: toont gecompenseerde vervuiling, in procenten, van optische kamer
o
van de melder.
T : toont de actuele temperatuur, in graden Celsius, in de ruimte.
o
DREMPEL VOOR BRAND: toont de temperatuur (S – Maximaal) waarbij de melder
o
een alarm zal melden.
Handbrandmelder
MELDING: met de optie kan ingesteld worden hoe de melder functioneert. Druk de
numerieke toets onder de optie om de instelling te wijzigen. De volgende instellingen zijn
beschikbaar:
ONTRUIMEN: de handbrandmelder zal een brandmelding melden. De acceptatietijd
o
T1 en verkenningstijden T2 voor signaalgevers worden overbrugd.
ALARM: de handbrandmelder zal een brandmelding melden. De acceptatietijd T1
o
en verkenningstijden T2 worden afgehandeld als bij een brandmelding van een
automatische brandmelder.
Sirene
VOLUME: met de optie kan het volume van de sirene ingesteld worden. Druk de numerieke
toets onder de optie om de instelling te wijzigen. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
HOOG: het volume is hoog.
o
LAAG: het volume is laag.
o
Sirene – flitslicht
VOLUME: met de optie kan het volume van de sirene ingesteld worden. Druk de numerieke
toets onder de optie om de instelling te wijzigen. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
HOOG: het volume is hoog.
o
LAAG: het volume is laag.
o
MODE: met de optie kan de functionaliteit van de sirene–flitslicht combinatie ingesteld
worden. Druk de numerieke toets onder de optie om de instelling te wijzigen. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
SIRENE: alleen het sirene gedeelte is functioneel.
o
FLITSL.: alleen het flitslicht is functioneel.
o
SIR/FLITS: zowel sirene als flitslicht zijn functioneel.
o
FLITS RESET: met de optie kan de werking van de sirene–flitslicht combinatie ingesteld
worden. Druk de numerieke toets onder de optie om de instelling te wijzigen. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
UIT: afhankelijk van de instelling MODE is het sirene deel en/of het flitslicht deel
o
functioneel. Als het sirene en/of flitslicht geactiveerd is wordt het afgesteld door de
SIGNAALGEVERS UIT toets.
AAN: alleen het flitslicht is functioneel. Als het flitslicht geactiveerd is reageert het
o
niet op de SIGNAALGEVERS UIT toets. Bij het herstellen –RESET– van het alarm
zal het flitslicht gedeactiveerd worden.
Uitgebreide bediening
\
Advertenties
Inhoudsopgave
