84 • vacon
7.3.4.1
Fouttypen
De NX_ frequentie regelaar onderscheidt vier verschillende typen van fouten. De fouttypen
verschillen van elkaar op basis van de ingestelde tijdsafhankelijke foutstatus van de regelaar. Zie
onderstaande Tabel 7-3.
Fouttype
F
symbool
Figuur 7-7. Fout aanduiding op het bedieningspaneel
Fouttype symbool
(Fout Autoreset)
(Fout Trip)
Tabel 7-3. Fouttypen
7
STOP
FAULT
I/Oterm
11 Uitgangsfase
T13
T1
A
Dit fouttype is aanduiding van een ongebruikelijke bedrijfs-
(Alarm)
situatie. Het zal de aandrijving niet stoppen en vraagt ook
geen speciale actie. De 'A fout' blijft op de paneel gedurende
30 seconden.
F
Een 'F fout' stopt de aandrijving. Actie is vereist om een
(Fout)
herstart te kunnen maken.
AR
Als een 'AR fout' opkomt zal de aandrijving direct stoppen. De
fout wordt in de regelaar automatisch gereset en de regelaar
zal de motor trachten te herstarten. Als deze herstart niet lukt
zal een fouttrip verschijnen (FT, zie hieronder).
FT
Als de aandrijving niet in staat is om de motor te herstarten na
een 'AR fout' komt een 'FT fout' op. Het effect van de 'FT fout'
is hetzelfde als de F fout: de aandrijving wordt gestopt en actie
is vereist.
STOP
I/Oterm
Bedrijfsuren
34:21:05
STOP
I/Oterm
Bedrijfsdagen
17
Betekenis
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax: +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL
FAULT
FAULT