Inbedrijfname
46
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Waardetype
Ingangen, Proceswaarde,
Teller, Totaal teller, Ove-
rige
Waarde 1 ... 8
Kiezen
Alternerende aanw.
Omsch. tijd
0 ... 99
0
Groep X
Ja
Nee
Weergave
OIML-weergave
Ja
Nee
Aant. tot.
Tellermodus
Exponentieel
Contrast
2 ... 63
46
Setup → Uitgangen
Analoge uitgangen
Let erop dat deze uitgangen zowel als analoge als ook als impulsuitgangen gebruikt kunnen worden.
Het gewenste signaaltype kan worden ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering (uitbreidingskaarten)
staan 2 tot 8 uitgangen ter beschikking.
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Benaming
Analoge uitg. 1 ... 8
Klem
B-131, B-133
C-131, C-133
D-131, D-133
E-131, E-133
Geen
Signaalbron
Dichtheid 1
Enthalpie 1
Flow 1
Massastroom 1
Druk 1
Temp.1
Warmtestroom 1
Kiezen
Stroomber.
4 ... 20 mA, 0 ... 20 mA
Startwaarde
-999999 ... 999999
0,0
Eindwaarde
-999999 ... 999999
100
Tijdcons. (signaaldemping)
0 ... 99 s
0 s
Beschrijving
Uit 4 rubrieken (typen) kan de aanwijswaarde worden geko-
zen.
Keuze welke proceswaarden moeten worden weergegeven.
Afwisselend weergeven van afzonderlijke groepen op het dis-
play.
Seconden tot aan het weergeven van de volgende groep.
Keuze van de groepen die alternerend (afwisselend) moeten
worden weergeven.
De Alternerende aanwijzing wordt in "Navigator" / "
play" geactiveerd (zie 6.3.1).
Keuze of de tellerstanden conform de OIML-norm moeten
worden weergegeven.
Weergave totalen
Tellermodus: totalen worden met maximaal 10 posities tot de
overloop getoond.
Exponentieel: bij grote waarden wordt omgeschakeld naar een
exponentiële weergave.
Instelling van het displaycontrast. Deze instelling wordt direct
effectief. De nieuwe contrastwaarde wordt pas na het verlaten
van setup opgeslagen.
Beschrijving
Voor een beter overzicht kan aan de betreffende analoge uit-
gang een naam worden gegeven (max. 12 tekens).
Bepaalt de klem, waarop het analoge signaal moet worden uit-
gestuurd.
Instelling welke berekende resp. gemeten grootheid op de ana-
loge uitgang moet worden uitgestuurd. Het aantal signaalbron-
nen is afhankelijk van het aantal geparametreerde toepassingen
en ingangen.
Bepaling van de bedrijfsstand van de analoge uitgang.
Kleinste uitvoerwaarde van de analoge uitgang.
Grootste uitvoerwaarde van de analoge uitgang.
Tijdconstante van een diepdoorlaatfilter van de 1e orde voor
het ingangssignaal. Dit dient ter voorkoming van sterke varia-
ties van het uitgangssignaal (alleen voor signaaltype 0/4...20
mA selecteerbaar).
RMC 621
dis-
Endress+Hauser