Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Endress+Hauser RMC 621 Bedieningsvoorschrift pagina 33

Verberg thumbnails Zie ook voor RMC 621:
Inhoudsopgave

Advertenties

RMC 621
!
Endress+Hauser
Setup → Ingangen
Opmerking!
Afhankelijk van de uitvoering staan in de Energiemanager 4 tot 10 stroom-, PFM-, impuls- en RTD-
ingangen ter beschikking voor de registratie van flow-, temperatuur- en druksignalen.
Flowingangen
De Energiemanager verwerkt alle gangbare flowmeetmethoden (volume, massa, verschildruk). U
kunt maximaal drie flowsensoren tegelijkertijd aansluiten. Tevens bestaat de mogelijkheid om
slechts één flowsensor in verschillende toepassingen te gebruiken, zie menupositie 'Klem').
Speciale flow
Positie voor zeer nauwkeurige doorstroommetingen volgens de verschildrukmethode met compen-
satieberekening conform ISO 5167 plus Splitting Range functie voor uitbreiding van het meetbereik
bijv. bij meetflensmeting (tot max. 3 DP-transmitters) en de mogelijkheid tot het bepalen van de
gemiddelde waarde uit meerdere DPT's.
Drukingangen
Er kunnen maximaal drie druksensoren worden aangesloten. Ook kan slechts één sensor worden
gebruikt voor twee of voor alle drie toepassingen. Zie hiervoor positie "Klemmen" in de betreffende
tabel.
Temperatuuringangen
Aansluiting van twee tot maximaal zes temperatuursensoren (RTD). Hier kan een sensor in meer-
dere toepassingen worden gebruikt. Zie hiervoor de positie "Klemmen" in de bijbehorende tabel.
Flowingangen
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Flowingangen
Flow 1, 2, 3
Benaming
Flowsensor
Volumetrisch
Massa
Signaaltype
Kiezen
4-20 mA
0-20 mA
PFM
Impuls
Voorinst.
Klem
Geen
A-10; A-110; B-112;
B-113; C-112; C-113; D-
112; D-113
Karakteristiek
Lineair
Worteltr.
Eenheid
l/...; hl/...; dm
...; bbl/...; gal/...; igal/...;
3
ft
/...; acf/...
kg, t, lb, ton (US)
Beschrijving
Configuratie van de afzonderlijke flowsensoren.
Naam van de flowsensor (max. 12 tekens).
Instelling van het meetprincipe van uw doorstroomsensor resp.
of het doorstroomsignaal proportioneel is met het volume,
(bijv. Vortex, MID, Turbine) of met de massa (bijv. Coriolis).
(details zie par. 11.2 'Configuratie doorstroommeting')
Keuze signaaltype van de flowsensor.
Bepaalt de klem, waarop de betreffende flowsensor is aangeslo-
ten. Het is mogelijk een sensor (flowsignaal) voor meerdere
toepassingen te gebruiken. Kies hiervoor in de betreffende toe-
passing de klem waarop de sensor zich bevindt (meervoudig
toekennen mogelijk).
Keuze van de karakteristiek van de gebruikte flowsensor.
3
3
/...; m
/
Floweenheid in het formaat: gekozen eenheid maal X
!
Opmerking!
Alleen zichtbaar, wanneer de systeemeenheid "Willekeurig" is
gekozen.
Alleen bij flowsensor/massa selecteerbaar
Inbedrijfname
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave