Inbedrijfname
42
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Mol-aandelen
N
2
CO
2
H
- alleen bij AGA 8 en
2
SGERG 88
Stoomtype
Oververh.Stoom
Verz. stoom
Ingangsgrootheden
Q + T
Q + P
Bedrijfsst.
Verwarmen
Koelen
Bidirectioneel
Verwarmen
Stoomproductie
Flowrichting
Constant
Wisselend
Klem richtingsign.
Klem
Flow
Kiezen
Flow 1-3
Inbouwplaats flow
Warm
Koud
Gem. druk
10,0 bar
Beschrijving
Gasaandelen in Mol-%.
Temperatuur - 40 ... 200 °C, druk < 345 bar
Mol-% CO
: 0 ... 15 %
2
Mol-% N
: 0 ... 15 %
2
Mol-% H
: 0 ... 15 %
2
!
Opmerking!
Alleen bij aardgastoepassingen.
Instelling van het stoomtype.
!
Opmerking!
Alleen bij stoomtoepassingen.
Ingangsgrootheden bij verz. stoomtoepassingen
Q + T: flow en temperatuur
Q + P: flow en druk
Voor de meting van verzadigde stoom zijn slechts twee
ingangsgrootheden nodig. De ontbrekende grootheid wordt
door het instrument bepaald aan de hand van de opgeslagen
stoomtabel (alleen bij stoomtype "Verzadigde stoom").
Voor de meting van oververhitte stoom zijn de ingangsgroothe-
den flow, druk en temperatuur nodig.
!
Opmerking!
Alleen bij verzadigde stoom toepassingen.
Instelling, of uw toepassing energie opneemt (koelen) of afgeeft
(verwarmen). Bidirectioneel bedrijf beschrijft een warmtecir-
cuit, die wordt gebruikt voor verwarmen en koelen.
!
Opmerking!
Alleen voor de toepassing water-warmteverschil of vloeistof-
warmteverschil selecteerbaar.
Instelling, of stoom voor verwarmingsdoeleinden wordt
gebruikt of dat er uit water stoom wordt geproduceerd.
!
Opmerking!
Alleen voor de toepassing Stoom-Warmte-Warmteverschil
selecteerbaar.
Definitie van de flowrichting in het warmtecircuit bij bidirec-
tioneel bedrijf.
!
Opmerking!
Alleen bij bedrijfsstand bidirectioneel.
Klem voor aansluiting van de richtingssignaaluitgang van de
flowsensor.
!
Opmerking!
Alleen bij bedrijfsstand bidirectioneel, flowrichting wisselend.
Ken aan uw toepassing een flowsensor toe. Alleen uit die sen-
soren kan worden gekozen, die eerder zijn geconfigureerd (zie
"Setup: instelling flow").
Instelling van de "thermische" locatie van de flowsensor in uw
toepassing (alleen bij water-/warmteverschil resp. vloeistof-
warmteverschil actief).
Bij stoom-/warmteverschil is de inbouwplaats als volgt voorin-
gesteld:
Verwarmen: warm (d.w.z. stoomdoorstroming)
Stoomproductie: koud (d.w.z. waterdoorstroming)
!
Opmerking!
Bij een bidirectionele bedrijfsstand voert u de instelling net
zoals voor de verwarmingsbedrijfsstand uit.
Opgave van de gemiddelde procesdruk (absoluut) in het warm-
tecircuit.
!
Opmerking!
Alleen bij watertoepassingen.
RMC 621
Endress+Hauser