RMC 621
Endress+Hauser
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Correctie
Ja
Nee
Therm. uitzettingscoëff.
0 ... 9,9999e-XX
Tabel
Gebruiken
Niet gebr.
Aantal regels
01 - 15
Corr.tab. analoog (impuls)
Steunpunt (Gebruikt/Niet
gebr.)
Stroom/Flow
tie/K-factor
Totaal
Eenheid
Formaat
Totaal
Signaalreset
Klem
Alarmgedrag
Bereikoverschrijding
Alarmtype
Kabelbreuk
Kleuromslag
Fouttekst
Alarmtype
Storing
Waarschuwing
Kleuromslag
Ja
Nee
Fouttekst
Weergeven+bevestigen
Niet weergeven
Beschrijving
Mogelijkheid tot correctie van de flowmeting. Bij de keuze "JA"
kan de karakteristiek van de sensor in de zogenaamde correc-
tietabel worden gedefinieerde en bestaat er de mogelijkheid, de
temperatuurinvloed op de sensor te compenseren (zie "therm.
uitzettingscoëff.")
Correctiefactor voor de compensatie van de temperatuurin-
vloed op de flowsensor. Deze factor is bijv. bij vortex-flowme-
ters vaak op de typeplaat aangegeven. Indien geen waarde voor
de uitzettingscoëfficiënt bekend is of dat deze al door het
instrument zelf is gecompenseerd, voert u hier 0 in.
Default: 4,88e-05
!
Opmerking!
Opmerking! Alleen actief, wanneer correctie-instelling actief is.
Indien de flowkarakteristiek van uw sensor afwijkt van het ide-
ale verloop (lineair resp. worteltrekken), dan kan dit door
invoer van een correctietabel worden gecompenseerd.
Details zie 'Correctietabellen' in par. 11.2.1.
Aantal steunpunten in de tabel.
Indien de flowkarakteristiek van uw sensor afwijkt van het ide-
ale verloop (lineair resp. worteltrekken), dan kan dit door
Frequen-
invoer van een correctietabel worden gecompenseerd. De
parameters van de tabel zijn afhankelijk van de gekozen flow-
sensor.
• Analoog signaal, lineaire karakteristiek
Maximaal 15 waardeparen (stroom/flow)
• Impulssignaal, lineaire karakteristiek
Maximaal 15 waardeparen (Frequentie/K-factor resp. Fre-
quentie/Impulswaarde).
Details zie 'Correctietabellen' in par. 11.2.1.
Mogelijkheid tot instellen of resetten van de totaalteller voor
de volumeflow. Signaalreset, d.w.z. resetten van de teller via
een ingangssignaal (bijv. op afstand uitlezen van de teller met
aansluitend een reset).
(Klem voor dit ingangssignaal alleen bij keuze van "Signaalreset
= Ja" actief)
Bepaal individueel voor deze ingang, welke alarmen bij het
optreden van fouten bereikoverschrijding (conform
NAMUR43) of kabelbreuk, moeten worden weergegeven.
!
Opmerking!
Alleen actief, wanneer in Setup
menupunt "Alarmgedrag" "Willekeurig" is gekozen.
Storingsmelding, tellerstop, kleuromslag (rood) en melding in
tekst.
Kies, of het alarm moet worden gesignaleerd door een kleu-
romslag van blauw naar rood.
!
Opmerking!
Alleen actief, wanneer als alarmtype "Waarschuwing" is geko-
zen.
Kies of in geval van fouten een alarmmelding voor de beschrij-
ving van de fout moet worden getoond, die weer door een
knopdruk moet worden opgeheven (bevestigd).
!
Opmerking!
Alleen actief, wanneer als alarmtype "Waarschuwing" is geko-
zen.
Inbedrijfname
Basisinstellingen in het
35