Inhoudsopgave
Advertenties
Param-
Functie
eter
S6.13
INBOUWPOSITIE VAN
DE KOUDE-SENSOR
BIJ VERSCHILTHERMO-
STATEN
S6.14
FUNCTIE VAN DE
WARMTEPOMP
S6.15
MAXIMALE TEMP. VAN
DE WARMTEPOMP
S6.16
HYSTERESE VAN DE
WARMTEPOMP
S6.17
MIN. BUITENTEMP. VOOR
DE WARMTEPOMPWERK-
ING
PARAMETERS VOOR HET DROGEN VAN DE VLOER
Groep F1 bevat de parameters voor de instelling van het drogen van vloeren.
De procedure voor het instellen van functieparameters is dezelfde als de
procedure voor onderhoudsinstellingen, zie pagina 331.
Tabel met beschrijvingen van parameters:
Param-
Functie
eter
F1.1
FLOOR DRYING
F1.2
INTERVAL 1: DURATION
F1.3
INTERVAL 1: START TEMPERATURE
F1.4
INTERVAL 1: END TEMPERATURE
F1.5
INTERVAL 2: DURATION
F1.6
INTERVAL 2: START TEMPERATURE
F1.7
INTERVAL 2: END TEMPERATURE
F1.8
INTERVAL 3: DURATION
F1.9
INTERVAL 3: START TEMPERATURE
F1.10
INTERVAL 3: END TEMPERATURE
F1.11
INTERVAL 4: DURATION
F1.12
INTERVAL 4: START TEMPERATURE
F1.13
INTERVAL 4: END TEMPERATURE
Handleiding onderhoudsinstellingen
Omschrijving
Met deze instelling wordt bepaald, wat met de Solarpomp
wordt verwarmd of waar de koelsensor T8 van de ver-
schilthermostaat wordt geplaatst.
Met deze instelling wordt bepaald of de warmtepomp
wordt gestuurd door continue inschakeling of d.m.v.
weersinvloeden.
Hier wordt de maximale bedrijfstemperatuur van de
warmtepomp ingesteld bij een weersgestuurde aanstur-
ing.
Hier wordt de Hysterese van de warmtepompfunctie
ingesteld.
Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld waarbij
de werking van de pomp onvoorwaardelijk wordt
uitgeschakeld.
344
Instelmogeli-
Waarde
jkheden
1- PRO-
CESWA-
TERVER-
1
WARMER
2- WARMTE-
BUFFER
1- ON/OFF
2-
2
WEERSGES-
TUURD
40 ÷ 70 °C
50
2 ÷ 10 °C
4
-30 ÷ 10 °C
-10
11 - GEEN
STOP
Instelmogeli-
Waarde
jkheden
0- NO
1- CIRCUIT 1
0
2- CIRCUIT 2
3- CIRCUIT 1 & 2
1 ÷ 15 days
10
10 ÷ 60 °C
20
10 ÷ 60 °C
20
1 ÷ 15 days
5
10 ÷ 60 °C
20
10 ÷ 60 °C
50
1 ÷ 15 days
10
10 ÷ 60 °C
50
10 ÷ 60 °C
50
1 ÷ 15 days
5
10 ÷ 60 °C
50
10 ÷ 60 °C
20
Advertenties
Inhoudsopgave
