Param-
Functie
eter
S4.4
OVERVERHITTING-
BEVEILIGING VAN HET
PROCESWATER
S4.5
LEGIONELLABEVEILIG-
ING
S4.6
LEGIONELLABEVEILIG-
ING - INSCHAKELDAG
S4.7
LEGIONELLABEVEILIG-
ING - INSCHAKELTIJD
S4.8
MIN. PROCESWATER-
TEMP. BIJ VERWAR-
MEN MET EEN VASTE
BRANDSTOFKETEL OF
WARMTEBOILER
S4.9
UITTREEDFUNCTIE
VOOR DE CIRCULATIE
S4.10
GEWENSTE PROCESWA-
TERTEMPERATUUR BIJ
VERWARMEN MET COL-
LECTOREN OF VASTE
BRANDSTOFKETELS
Handleiding onderhoudsinstellingen
Omschrijving
Met deze instelling wordt de gewenste oververhittings-
beveiligingsfunctie voor het proceswater geactiveerd.
Wanneer de temperatuur in de proceswaterverwarmer
het gewenste niveau overstijgt (S4.10), wordt, indien
mogelijk, de afkoeling ingeschakeld:
1 - in de collectoren
2 – in de ketel
3 - in de collectoren en in de ketel
Met deze functie wordt de beveiligingsfunctie tegen
legionella geactiveerd.
De inschakeldag van de legionellabeveiliging wordt hiermee
ingesteld.
De inschakeltijd van de legionellabeveiliging wordt hiermee
ingesteld.
Wanneer het mogelijk is om met een vaste brandstofketel
of boiler het proceswater tot de min. temperatuur op te war-
men, zal voor het gebruik van de proceswaterverwarming
geen gebruik worden gemaakt van een additionele warmte-
bron (vloeibare brandstofketel, warmtepomp, elektrisch).
Wanneer de instelling 6 of 7 wordt gekozen, dient het
proceswater altijd tot de gewenste temperatuur worden
verwarmd:
6- met verwarmingsbron-omschakelvertraging
7- zonder verwarmingsbron-omschakelvertraging
De instelling functioneert allee bij schema's met twee
warmtebronnen.
Met deze instelling kan een van de aanvullende functies
van de relaisuitgang voor de circulatie van proceswater
worden gekozen.
1 – Circulatie van het proceswater.
2 – Elektrisch verwarmingselement voor de verwarming van
het proceswater.
3 – Tweede trap van de 2-trapbrander.
4 – Pomp voor het mengen en verhogen van de retour
in de ketel (Bypass-pomp), hiervoor dient ook te worden
ingesteld: S1.4=11 (voor T1) of S1.5=12 (voor T8).
5 – Hoofd ketelpomp
OPGELET!
De instelling geldt voor de uitgangaansturing R6 of R7,
afhankelijk van de keuze van het hydraulische schema.
Met deze instelling wordt de gewenste temperatuur van het
proceswater bij verwarming met zonnecollectoren of vaste
brandstofketel bepaald.
340
Instelmo-
Waarde
gelijkheden
0- UIT
1- COLLEC-
TOREN
2- KETEL
0
3- BEIDE
0- NEE
0
1- JA
1- MA
2- DI
3- WO
4- DO
5
5- VR
6- ZA
7- ZO
0 ÷ 23 h
5
1- 45 °C
2- 50 °C
3- 55 °C
4- 60 °C
5- 65 °C
6- GEEN
3
SCHAK.
7- GEEN
SCHAK., IS
VERTRAAGT
1- CIRCU-
LATIE
2- EL. RADIA-
TOR
3- BRANDER
II. TRAPS
4- BYPASS
1
POMP
5- HOOFD-
POMP
50 ÷ 90 °C
70