Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello STEEL PRO POWER Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten pagina 68

De technische klantenservice en degene die belast is met het beheer van de verwarmingsinstallatie
Verberg thumbnails Zie ook voor STEEL PRO POWER:
Inhoudsopgave

Advertenties

INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
De parameters die deze modus regelen zijn:
Par.
Beschrijving
Nr.
Bepaalt de gewenste toevoertemperatuur bij de ver-
3
warmingsmodus. Actief voor de verwarmingsmodus
Par. 1 = 0 of 3
Beperkt de minimumwaarde die aan het setpoint kan
23
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de verwarmingsmodus 4).
Beperkt de maximumwaarde die aan het setpoint kan
24
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de modus 4).
Toevoertemp.
(°C)
Par. 24
Par. 03
Par. 23
Modus 1
(Werking in de klimaatmodus met thermostaat omgeving/ver-
zoek warmte, setpoint dat varieert in functie van de buitentem-
peratuur)
In dit geval werkt de thermische module met een setpoint dat
varieert in functie van de buitentemperatuur op basis van een
klimaatcurve die wordt bepaald door de volgende parameters:
Par.
Beschrijving
Nr.
Bepaalt de offsetwaarde van het setpoint dat berekend
109
is in de klimaatmodus (Par. 1 = 1).
Bepaalt het maximumsetpoint bij de minimale buiten-
19
temperatuur bij de klimaatregeling
Bepaalt de minimale buitentemperatuur waaraan het
20
maximale setpoint in de klimaatregeling kan worden
gekoppeld
Bepaalt het minimumsetpoint bij de maximale buiten-
21
temperatuur bij de klimaatregeling
Bepaalt de maximale buitentemperatuur waaraan het
22
minimale setpoint in de klimaatregeling kan worden
gekoppeld
Beperkt de minimumwaarde die aan het setpoint kan
23
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de verwarmingsmodus 4).
Beperkt de maximumwaarde die aan het setpoint kan
24
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de modus 4).
Bepaalt de uitsluitingstemperatuur van de klimaatre-
25
geling
Het verzoek wordt geactiveerd bij de sluiting van het contact van
de thermostaat omgeving/verzoek warmte op voorwaarde dat
Max. temp. setp. (°C)
de buitentemperatuur de door de parameter 25 bepaalde waar-
de niet overschrijdt.
Setpoint
Als de buitentemperatuur de in parameter 25 ingestelde waarde
overschrijdt, wordt de brander uitgezet, ook al is er een verzoek
om warmte aanwezig.
Min. temp. setp. (°C)
De klimaatcurve kan ook op een eenvoudigere en intuïtievere
manier worden ingesteld.
Buitentemp. (°C)
Ga naar het menu "Gecentraliseerde verwarm.". Het display zal
er als volgt uitzien:
Druk op de toets ● om te bevestigen en naar het scherm van de
klimaatcurve te gaan.
"Verw. Max. Set." en "Min. Buitentemp." worden naar voren ge-
bracht, druk op de toets ● om de waarde ervan te wijzigen.
1
2
3
Herhaal de fases 1 tot en met 3 om verdere wijzigingen aan te
brengen.
Nadat de parameters zijn ingesteld, drukt u op de toets ESC om
de menu's te verlaten.
9
68
Toevoertemp.
(°C)
Par. 24
Par. 19
Par. 21
Par. 23
Par. 20
Centrale Verwarming
"
"
Weersafhankelijke Regeling
"
Weersafhankelijke Regeling
"
90
0
-15
Buitentemperatuur [°C]
"
Verander Verw. Max. Set. met behulp van de toetsen ▲ / ▼
en Min. Buitentemp. met de toetsen ◄ / ►.
Druk op ● om de wijzigingen op te slaan
Selecteer de andere waarden met behulp van de toetsen
◄ / ►.
Indien de externe sonde (accessoire) niet wordt waarge-
nomen (wegens niet gemonteerd of beschadigd), geeft het
systeem de volgende melding: nr. 202
De aanwezigheid van de melding schakelt de thermische
module niet uit waardoor een verzoek om warmte kan
worden gedaan aan het op de klimaatmodus ingestelde
maximumsetpoint.
Max. temp.
setp. (°C)
Par. 109
Min. temp.
setp. (°C)
Par. 22
Par. 25
Buitentemp. (°C)
"
"
T Aanvoer (Klimaatpunt)
82.0
°C
"
"
"
"
T Aanvoer (Voetpunt)
40.0
°C
"
"
"
"
Afschakeltemperatuur
21.0
°C
"
"
"
"
T Buiten (Voetpunt)
21.0
°C
35
"
"
"
"
T Buiten (Klimaatpunt)
-4.0
°C
"
"
"
"
"

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave