Par.
Weergave
Menu
Beschrijving
Nr.
Display
DeltaT mo-
Bepaalt de ingestelde delta T voor de werking van de
dulerende
M1
133
modulerende circulatiepomp.
pomp
Tijd Insch.
Bepaalt de tijd in seconden vanaf de inschakeling van
modu-
de brander om met de modulatie van de circulatiepomp
M1
134
lerende
te beginnen en voor de in Par. 133 beschreven delta T te
pomp
zorgen.
Bepaalt het model van gemonteerde PWM-circulatie-
Type mo-
pomp.
M1
135
dulerende
0 = Wilo
pomp
1 = Salmson
2 = Grundfos
Modus
Bepaalt of de circulatiepomp van de ketel is ingescha-
modu-
keld in de modulerende modus of als ze in werking is
M1
136
lerende
gesteld aan een vaste snelheid (in percentage van de
pomp
maximumsnelheid).
Min. verm.
Bepaalt het snelheidspercentage dat de minimumsnel-
modu-
M1
137
heid die tijdens de modulatie door de circulatiepomp
lerende
kan worden bereikt.
pomp
Waarde die varieert in functie van de configuratie van
de inrichting op basis van de Par. 97 en 98. Deze waarde
Type in-
M1
138
wordt berekend door de kaart, die op basis van interne
richting
logica in een enkel nummer bepaalt wat er is ingesteld
in de Par. 97 en 98.
Automatische reiniging van de lucht in de installatie.
Om de reiniging van de lucht in te schakelen, moet
de ketel worden ingeschakeld en de parameter moet
worden veranderd van "Nee" naar "Ja". Wacht een
minuut. Schakel het apparaat uit en weer in. Op dit
Automa-
moment wordt er bij het inschakelen van de ketel een
M1
139
tische
automatische reinigingsprocedure uitgevoerd (een duur
reiniging
van ongeveer 20 minuten). Met de parameter ingesteld
op "Ja" wordt de procedure uitgevoerd telkens de ketel
wordt uitgeschakeld en terug wordt ingeschakeld door
middel van haar hoofdschakelaar. De waarde moet
"Nee" zijn als de reinigingsprocedure bij het starten van
de thermische module niet is gewenst.
Bepaalt het vermogen waaronder de ketel wordt uitge-
M1
140 Min. Verm.
schakeld. Waarde die varieert volgens het model.
Antivries
Definieert de temperatuur van de activering van het
M1
186
Ext.
antivries betreffende de externe sonde.
Dag Anti-
Bepaalt de weekdag waarop de antilegionellaprocedure
M1
107
leg.
wordt uitgevoerd.
Uur Anti-
Bepaalt het uur van de dag waarop de antilegionellap-
M1
108
leg.
rocedure wordt uitgevoerd.
Activeert de noodmodus. Deze modus wordt ingescha-
Activeer
keld wanneer de Managing-module de communicatie
M2
72
Noodmo-
met de primaire sonde verliest. In dit geval, als de Par.
dus
72 is ingesteld op Ja, dan wordt de cascade ingeschakeld
met een door Par. 74 bepaald vast setpoint.
Setpoint
M2
74
Noodmo-
Actief setpoint tijdens noodmodus.
dus
Vertr.
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het inschake-
M2
75
Insch. Volg.
len van de volgende module in cascade in de normale
Mod.
inschakelmodus.
Vertr. Uit-
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het uitschakelen
M2
76
sch. Volg.
van de laatst in cascade ingeschakelde module in de
Mod.
normale uitschakelmodus.
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het inschakelen
Vertr. Quick
M2
142
van de volgende module in cascade in de snelle inscha-
Start Volg.
kelmodus.
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het uitschakelen
Vertr. Quick
M2
143
van de laatst in cascade ingeschakelde module in de
Start Volg.
snelle uitschakelmodus.
Bepaalt hoeveel graden de door de primaire sonde
Hyst. In-
gedetecteerde temperatuur onder het setpoint moet
M2
77
sch. Mod
zakken opdat de volgende module wordt ingeschakeld
nadat de in Par. 75 bepaalde tijd is verstreken.
Bereik
5...40
0...255
0,1,2
On/Off Modu-
lating Fixed
20... 100%
0...100
0...255
Ja, Nee
-30...15
0.0...100
Zo...Za.
0...23
Ja/Nee
20...65
5...255
5...255
5...255
5...255
0...40
63
Fa-
Toe-
brieksin-
UM
gangs-
stelling
type
15
°C
I
120
Sec.
I
2 = Grund-
I
fos
Modulating
I
30
%
I
Hangt af
van het
I
ketelmodel
No
I
3
°C
I
Hangt af
van het
l/min
I
ketelmodel
Zo
Dag
I
0
Hour
I
Ja
U
70
°C
I
120
Sec.
I
30
Sec.
I
60
Sec.
I
15
Sec.
I
5
°C
I
INSTALLATIE
Categorie
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Sanitair
Sanitair
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade