M e s s a g e s
ALARMDEMPING
Akoestische alarmen kunnen worden gedempt terwijl visuele alarmen actief blijven.
De alarmdempingsfunctie wordt aangestuurd door op de alarmdempingstoets te drukken.
De alarmbel geeft zichtbaar aan dat de akoestische alarmen op de Rad-8 worden
onderdrukt.
Alarmdempingsfunctie tijdens het bewaken van een patiënt:
Apparaat inschakelen – Alarmen actief, de alarmbel knippert rood om alarmen met hoge
prioriteit aan te geven.
Eenmaal drukken – Alarm gedurende 120 seconden uitgesteld. Akoestische alarmen zijn
gedempt. De alarmbel knippert rood om alarmen met hoge prioriteit aan te geven.
Tweemaal drukken – De akoestische alarmen worden weer actief. Akoestische alarmen
weer inschakelen. Met herhaaldelijk drukken op de alarmdempingstoets kan door de
bovenvermelde alarmdempingsopties worden gebladerd.
Alarmdempingsfunctie als er geen patiënt wordt bewaakt:
Apparaat inschakelen – Alarmen actief, de alarmbel knippert niet.
Eenmaal drukken – Het apparaat wordt gedempt totdat het wordt uit- en weer
ingeschakeld of totdat de bewaking wordt gestart. De alarmbel knippert niet
ALARMBEL
De alarmbel knippert rood om alarmen met hoge prioriteit aan te geven. Wanneer
eenmaal op de alarmdempingstoets wordt gedrukt, wordt het akoestische alarm
(standaard) gedurende 120 seconden gedempt terwijl de alarmbel knippert om een
alarmsituatie aan te geven. Als de alarmsituatie met hoge prioriteit wordt verholpen
in de tijd dat het alarm gedempt wordt, stopt de alarmbel met knipperen. Als de
alarmsituatie met hoge prioriteit blijft bestaan (alarmbel knippert rood), wordt door
nogmaals op de alarmdempingstoets te drukken het akoestische alarm geactiveerd
en blijft de alarmbel rood knipperen. De alarmbel stopt met knipperen wanneer de
alarmsituaties met hoge prioriteitverholpen zijn.
ALARM AAN/UIT
Alarm uit: alle akoestische alarmen zijn gedempt en visuele alarmen zijn actief.
Akoestische alarmen worden weer ingeschakeld als de stroom wordt uit- en weer
ingeschakeld.
Alarm uit (herinnering): akoestische alarmen worden gedempt, maar laten elke drie
minuten een pieptoon horen om de gebruiker eraan te herinneren dat de Rad-8 op dat
moment in een alarmstatus verkeert, maar dat het akoestische alarm is onderdrukt.
In deze modus zijn visuele alarmen zijn actief. Als de alarmgrens wordt overschreden,
knippert het label van de bijbehorende parameter/meting en knippert de alarmbel rood
voor een alarm met hoge prioriteit. Akoestische alarmen worden weer ingeschakeld als
de stroom wordt uit- en weer ingeschakeld.
Gebruikershandleiding Rad-8 Signal Extraction PulseOximeter
5
5-3