Bedieningstechnieken
202
Werken in gevaarlijke omgevingen
o
10
40~50cm
Wanneer de rupsplaten gaan slippen
Wanneer de rupsplaten op een oplopende helling
doorslippen, moet u de bak in de grond duwen en
de knikarm intrekken om het rijwerk te helpen de
machine de helling op te krijgen.
Bij motorpech
Wanneer de motor bij het oprijden van een helling
afslaat, moet u de rijregelhendel in de neutrale
stand zetten en de bak op de grond neerlaten. Start
de motor vervolgens opnieuw.
Als de motor op een helling uitvalt, mag u de
zwenkfunctie niet gebruiken, omdat de
bovenwagen onder invloed van het eigen gewicht
kan gaan draaien. Daarbij bestaat het gevaar dat de
machine omkiept of zijdelings wegglijdt.
Rijden over een oneffen ondergrond
V1080761
V1080765
Wanneer u over een oneffen ondergrond rijdt,
dient u de rijsnelheid te matigen en de machine
dusdanig te bedienen dat deze nooit meer dan
10° overhelt.
Wanneer u de machine over een egale
ondergrond verrijdt, moet u het aanbouwdeel
intrekken en op 40–50 cm boven de grond
houden.