A Veiligheidsblokkeringshendel in
vergrendelde stand
B Veiligheidsblokkeringshendel in
ontgrendelde stand
Veiligheidsblokkering
Gevaar voor ernstig letsel.
Onbedoelde aanraking van een bedieningshendel
kan aanleiding geven tot onvoorziene beweging
van de machine of onderdelen ervan. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken.
Zet altijd de veiligheidsblokkeringshendel in de
vergrendelde stand alvorens de motor te starten of
op te staan van de bestuurdersstoel.
Gevaar voor beknelling.
V1077757
Een geheven aanbouwdeel kan omlaagkomen en
beknellingsletsel toebrengen.
Laat alvorens de cabine te verlaten alle
aanbouwdelen op de grond neer en vergrendel alle
bedieningselementen.
Stand A
Zet de veiligheidsblokkeringshendel in stand A. Het
is mogelijk de motor te starten, maar de
bedieningshendels/-joysticks voor de werk- en
rijhydrauliek zijn vergrendeld (geen beweging
mogelijk).
Stand B
Zet de veiligheidsblokkeringshendel in stand B. Het
is niet mogelijk de motor te starten, maar de
bedieningshendels/-joysticks voor de werk- en
rijhydrauliek zijn ontgrendeld (werk- en rijstand).
OPMERKING!
Als u de veiligheidsblokkeringshendel tijdens het
bedienen van de machine in de vergrendelde stand
zet, daalt het motortoerental automatisch tot de
laagste waarde. Als u de
veiligheidsblokkeringshendel vervolgens weer in
de ontgrendelde stand zet, loopt het motortoerental
automatisch op tot de voorgaande waarde.
Overige bedieningselementen
Veiligheidsblokkering
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
125