V1080758
o
o
90
~100
20~30cm
V1080759
o
o
90
~100
20~30cm
V1080760
Werken in gevaarlijke omgevingen
Werken op hellingen
LET OP
Om te voorkomen dat de smering van de motor
gevaar loopt, mag u de machine niet meer dan 35
graden in willekeurige richting laten overhellen. Let
er echter op dat de machine, afhankelijk van de
mate van belasting, mogelijk niet op dergelijke
hellingen kan werken. Afhankelijk van de last kan
de machine instabiel worden en uit balans raken.
Voorzichtig op hellingen
Wees op een helling voorzichtig met het openen
of sluiten van deuren: de benodigde kracht kan
aanzienlijk variëren. Houd de deuren gesloten.
Rijd niet achteruit een helling af.
Rijd voorzichtig wanneer u een helling nadert of
ervan afrijdt.
Verander niet van richting op een helling en rijd
evenmin dwars op een helling. Verander op een
V1080757
egale ondergrond van richting en rijd zo nodig
eerst de helling af om via een omweg het punt van
bestemming te bereiken.
Wanneer de machine slipt vanwege een steile
helling, onstabiele bodemgesteldheid,
overschrijding van het nominale draagvermogen
of dergelijke, moet u onmiddellijk de bak op de
grond laten zakken. Door evenwichtsproblemen
kan de machine omvallen. Vermijd in het
bijzonder het draaien met een geladen bak.
Wanneer u dit wel moet doen, moet u eerst met
een berg aarde een plateau op de helling maken
en dan de machine horizontaal en stabiel maken.
Bij het rijden op hellingen moet u de hoek tussen
de giek en de knikarm tussen 90–110° houden en
de bak 20–30 cm boven de grond houden.
Zorg er, als u een helling afrijdt, voor dat de hoek
tussen giek en knikarm tussen 90–110° blijft. Hef
de bak 20–30 cm van de grond en rijd langzaam.
Bedieningstechnieken
201