Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Brandstof bijvullen
De motor loopt op schone verse dieselbrandstof met
een octaangetal van minimaal 40. Koop niet meer
brandstof dan u in 30 dagen kunt opmaken, zodat u
verzekerd bent van verse brandstof.
Gebruik zomerdieselbrandstof (Nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7° C en winterdieselbrandstof
(Nr. 1-D of Nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7° C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager
stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert
de kans van een chemische scheiding van de brandstof
als gevolg van lage temperaturen (vorming van was,
waardoor de filters verstopt kunnen raken).
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7° C zal bijdragen aan een langere levensduur
van de onderdelen van de pomp.
Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine
in plaats van dieselbrandstof. Als u deze
waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden
tot beschadiging van de motor.
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan
leiden tot ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een
vulpijp en de opening van een tank of een
blik met conditioner.
• Houd benzine uit de buurt van ogen en huid.
In bepaalde omstandigheden is brandstof
uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden bij u
of anderen en materiële schade veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Eventueel
gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank nooit als de machine
op een aanhanger in een afgesloten ruimte
staat.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul
de brandstoftank tot maximaal 6 tot 13 mm
vanaf de onderkant van de vulbuis. Dit geeft
de brandstof in de tank ruimte om uit te
zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Brandstof in een goedgekeurd vat of blik en
buiten bereik van kinderen bewaren. Koop
nooit meer brandstof dan u in 30 dagen kunt
opmaken.
• Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit
de buurt van de machine alvorens de tank
bij te vullen.
• Brandstofvaten niet in een voertuig of
vrachtwagen of op aanhanger vullen, omdat
bekleding of kunststof beplating het vat
kunnen isoleren en de afvoer van statische
lading kunnen bemoeilijken.
• Als het praktisch mogelijk is, kunt u het
beste een machine met een benzinemotor
eerst van de vrachtwagen of aanhanger halen
en bijtanken als de machine met de wielen
op de grond staat.
• Als dit niet mogelijk is, verdient het de
voorkeur dergelijke machines op een truck
of aanhanger bij te vullen uit een draagbaar
vat, niet met behulp van een vulpistool van
een pomp.
• Als u een vulpistool moet gebruiken, dient
u de vulpijp voortdurend in contact met de
rand van de brandstoftank of de opening van
het vat te houden, totdat u klaar bent met
bijvullen.
16