5.7 Stuurautomaatfuncties inschakelen
Wanneer u in het Home-venster bent:
1. Selecteer Instellingen.
2. Selecteer Systeeminstellingen.
3. Selecteer Besturing stuurautomaat.
4. Selecteer de optie Aan of Uit.
5. Gebruik de knop Terug om terug te keren naar het menu
Systeeminstellingen.
6. Selecteer Besturingen stuurautomaat.
Als deze menu-optie is uitgeschakeld is er geen stuurautomaat
gevonden. Controleer de verbindingen en herhaal de stappen 1
tot en met 6.
7. Het dialoogvenster Besturing stuurautomaat wordt weergegeven,
om aan te geven dat de besturing van de stuurautomaat is
ingeschakeld en er een stuurautomaat is gedetecteerd.
Systeemcontroles
5.8 AIS-functies inschakelen
Voordat u verder gaat dient u er zeker van te zijn dat de AIS-unit is
aangesloten op NMEA-poort 1.
Wanneer u in het Home-venster bent:
1. Selecteer Instellingen.
2. Selecteer Systeeminstellingen.
3. Selecteer NMEA-instellingen.
4. Selecteer NMEA-invoerpoort 1.
5. Selecteer de optie AIS 38400.
6. Gebruik de knop Terug om terug te keren naar het menu
Systeeminstellingen.
7. Selecteer Externe apparaten.
8. Selecteer de AIS-unit.
Het menu Track Targets (Objecten volgen) wordt weergegeven.
9. Pas de AIS-opties waar nodig aan.
89