STARTEN
WAARSCHUWING
D e z e m o t o r f i e t s i s e e n b i j z o n d e r
krachtige machine en moet geleidelijk
aan en met de grootste zorg worden
ingereden.
P l a a t s g e e n v o o r w e r p a a n d e
binnenkant van het voorste scherm
(tussen het stuur en het dashboard), om
te vermijden dat de draaibewegingen
van het stuur en het zicht op het
dashboard zouden worden belemmerd.
OPMERKING
Lees
motor te starten aandachtig het hoofdstuk
"veilig rijden", zie pag. 5 (VEILIG RIJDEN).
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
dat uiterst giftig is bij inademing.
Start de motorfiets niet in een gesloten of
slecht geventileerde ruimte.
Het niet opvolgen van deze raadgevingen
kan leiden tot bewusteloosheid of zelfs
tot de dood door verstikking.
OPMERKING
de zijstandaard kan de motor enkel worden
gestart als de versnelling in neutraal staat;
als u in dit geval de versnellingen probeert
in te schakelen, stopt de motor.
Met de zijstandaard opgeklapt kan de motor
worden gestart met de versnelling in
neutraal of met de versnelling ingeschakeld
en de koppelingshendel aangetrokken.
◆
Ga op de bestuurderspositie zitten, zie
pag. 45 (OP- EN AFSTAPPEN).
alvorens
de
◆
Controleer of de standaard volledig is
opgeklapt.
Niet voorzien op versie. Zorg dat
◆
de lichtschakelaar (1) in de stand "
staat.
◆
Zorg dat de dimlichtschakelaar (2) in de
stand " " staat.
◆
Zet de motorstopschakelaar (3) in de
stand " ".
◆
Met de motorfiets op
•
"
A l s
w a a r s c h u w i n g s l a m p j e
brandstofreserve "" (13) oplicht, tank
dan zo snel mogelijk brandstof, zie pag.
32 (BRANDSTOF).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
Verdraai de sleutel (4) en zet de
contactschakelaar in de stand "".
Op dat moment:
– op het dashboard licht het rode
w a a r s c h u w i n g s l a m p j e
motoroliedruk "" (5) op, dat blijft
branden tot de motor is gestart;
– h e t ( r o d e ) o v e r t o e r e n t a l L E D -
waarschuwingslampje "max" (6) licht
ongeveer drie seconden lang op op het
d a s h b o a r d e n d e w i j z e r v a n d e
toerenteller (7) verplaatst zich naar de
vooringestelde overtoerentalgrens;
– op de linkerdisplay verschijnen de
momentele snelheid (8), de dagteller (9)
en de totaalteller (10);
– de koelvloeistoftemperatuur (11) en de
digitale klok (12) verschijnen op de
rechter (multifunctionele) display.
OPMERKING
Wanneer
motor koud is, knippert de aanduiding
"" (11a).
Wanneer de contactschakelaar in de
stand "" wordt gedraaid, wordt de
EFI
aanduiding "
" (11b) ongeveer drie
seconden lang op de display getoond.
– d e
b r a n d s t o f p o m p
brandstoftoevoercircuit onder druk en
brengt een zoemend geluid voort dat
ongeveer drie seconden duurt.
OPGELET
o p
h e t
d a s h b o a r d
v a n
d e
de
z e t
h e t
h e t
v a n
d e
49