Onderhoud van de
brandstoftank
Benzine aftappen uit de brandstoftank
Gevaar
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer
de motor koud is. Doe dit buiten op een open
terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen.
Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de
buurt van open vuur of als de kans bestaat dat
benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
zodat alle brandstof kan weglopen uit de tank. Schakel
vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem in
werking en draai het contactsleuteltje op Uit.
Verwijder het contactsleuteltje.
2. Sluit de brandstofafsluitklep (Fig. 45).
3. Maak de slangklem op het brandstoffilter los en schuif
deze over de brandstofslang weg van het
brandstoffilter (Fig. 45).
4. Trek de brandstofslang van het filter (Fig. 45). Open
de brandstofafsluitklep en laat de benzine in een
benzinevat of een opvangbak lopen.
Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een
uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen.
5. Steek de brandstofslang op het filter. Schuif de
slangklem dicht op het filter om de brandstofslang vast
te zetten (Fig. 45).
3
1
Figuur 45
1. Brandstofafsluitklep
2. Brandstoffilter
4
2
m–6842
3. Slangklem
4. Brandstofslang
39
Smeren
Smeer de machine volgens het tijdschema op de
instructiesticker CONTROLE EN ONDERHOUD
(Fig. 46). De machine moet vaker worden gesmeerd bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Type vet: Universeel smeervet.
Methode van smeren
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
3. Reinig de smeernippels met een doek. Indien nodig
verf van de voorkant van de nippels afkrabben.
4. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de
nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten
komt.
5. Overtollig vet wegvegen.
Draaipunten van de voorste zwenkwielen
smeren
De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten één
keer per jaar worden gesmeerd.
1. Verwijder de stofkap en stel de draaipunten van de
zwenkwielen bij. Plaats de stofkap pas terug als u
klaar bent met smeren. Zie Lager van draaipunt van
zwenkwiel afstellen, blz. 42.
2. Verwijder de zeskantige plug. Draai een verloopnippel
in de opening.
3. Pomp smeervet in de verloopnippel totdat er vet bij het
bovenste lager naar buiten komt.
4. Trek de verloopnippel uit de opening. Monteer de
zeskantige plug en de dop.