Starten en stoppen van de
motor
Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de
schakelhendels in de neutraalstand.
2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in
werking stellen, blz. 20.
3. Zet de aftakas schakelaar op Uit (Fig. 10).
4. Zet de choke op Aan voordat u een koude motor start.
Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de
choke niet te gebruiken. Zodra de motor start, zet u de
chokehendel op Lopen.
5. Zet de gashendel op Snel voordat u een koude motor
start.
6. Draai het contactsleuteltje op Start. Laat het sleuteltje
los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk
Stel de startmotor telkens niet langer dan
10 seconden in werking. Als de motor niet wil starten,
moet u na elke poging de motor 30 seconden laten
afkoelen. Indien u deze instructies niet opvolgt, kan de
startmotor doorbranden.
7. Zodra de motor start, zet u de chokehendel op Uit
(Fig. 11). Als de motor afslaat of hapert, zet u de
choke weer gedurende een paar seconden op Aan. Zet
vervolgens de gashendel in de gewenste stand. Herhaal
dit indien nodig.
2
1
m–4201
Figuur 10
1. Aftakas – Aan
2. Aftakas – Uit
2
1
m–2719
Figuur 11
1. Choke – Aan
2. Choke – Uit
21
1
2
m–2720
Figuur 12
1. Gashendel – Snel
2. Gashendel – Langzaam
Motor afzetten
1. Schakel de aftakas uit (Fig. 12).
2. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel
(Fig. 12).
3. Laat de motor 60 seconden stationair draaien (Fig. 13).
4. Draai het contactsleuteltje op Uit en haal het sleuteltje
uit het contact (Fig. 13).
5. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine
stalt (Fig. 44).
Belangrijk
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is
gesloten voordat u de machine transporteert of stalt omdat
er benzine kan lekken uit de machine. Stel de parkeerrem
in werking voordat u de machine transporteert. Verwijder
het sleuteltje omdat de kans bestaat dat de brandstofpomp
in werking blijft waardoor de accu kan ontladen.
Voorzichtig
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de machine verplaatsen of proberen te
bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en
stel de parkeerrem in werking wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
1
2
3
M–4268
Figuur 13
1. Uit
2. Lopen
3. Starten