Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(Fig. 7 en 8) voordat u de motor start en de machine in
gebruik neemt.
1
3
3
5
m–6834
Figuur 7
1. Schakelhendel
2. Parkeerremhendel
3. Maaihoogtehendel
4. Brandstoftankdop (beide
kanten)
1
6
3
5
m–6838
Figuur 8
1. Contactschakelaar
2. Gashendel
3. Choke
Urenteller gebruiken
De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in
bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt.
Gebruik deze tijden om regelmatig
onderhoudswerkzaamheden te plannen.
8
6
7
4
2
5. Hendel van
hefmechanisme
6. Bedieningsorganen
7. Veiligheidsgordel
8. Rolbeugel
4
2
4. Aftakas
5. Urenteller
6. Brandstoftankdop
20
Ontgrendel de stoel en til deze omhoog om op de
urenteller te kijken (Fig. 8).
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
1. Zet de schakelhendels (Fig. 7) in de neutraalstand.
2. Trek de parkeerrem naar achteren en onhoog om deze
in werking te stellen (Fig. 9). De parkeerremhendel
moet vast blijven staan op ingeschakeld.
Waarschuwing
De kans bestaat dat de parkeerrem de machine
niet in stilstaande toestand houdt als deze op een
helling is geparkeerd; hierdoor kan lichamelijk
letsel of schade aan eigendommen ontstaan.
Parkeer nooit op een helling tenzij de wielen zijn
vastgezet of geblokkeerd.
Parkeerrem vrijzetten
1. Duw de parkeerremhendel naar voren en naar beneden
om de parkeerrem vrij te zetten (Fig. 9). De parkeerrem
is uitgeschakeld en de hendel zit tegen de aanslag van
de rem.
1
2
Figuur 9
1. Parkeerrem-AAN
2. Parkeerrem-UIT
3
m–4163
3. Aanslag van rem