9 Toepassingsvoorbeelden
42
de pomp komt, blijft het pomprelais aangetrokken, anders wordt het
relais direct uitgeschakeld en een storingsmelding uitgestuurd. Een
storingsmelding en het uitschakelen van het relais volgt ook, wanneer
het relais al is ingeschakeld en het pompterugmeldsignaal tijdens de
looptijd van de pomp verandert. Bovendien wordt een nog uitgescha-
keld relais van de pompsturing gezocht en in plaats van het gestoorde
relais wordt dit ingeschakeld. Een low-signaal op de digitale ingang
wordt als foutsignaal van de pomp gezien.
Om te storingsmelding op te heffen, moet op de digitale ingang het
signaal op "goed" overgaan of via de " OK"-toets en de keuze van
het menupunt " Storing bevestigen" worden gereset. Wanneer de
storingsmelding via het menu wordt teruggezet en de pomp blijft
een storing geven, dan wordt na afloop van de opvraagtijd weer een
storingsmelding uitgestuurd. De opvraagtijd wordt zoals hiervoor
beschreven bij het inschakelen van het relais gestart.
Inschakelgedrag voor pompsturing 2
Na het inschakelen van de regelaar zijn de relais eerst uitgeschakeld.
Afhankelijk van het actieve ingangssignaal en de inschakelduur van
de afzonderlijke relais kunnen na de startprocedure de volgende
relaisschakeltoestanden optreden:
•
Ingangssignaal is groter dan bovenste schakelpunt -> relais met
laagste inschakelduur wordt ingeschakeld.
•
Ingangssignaal ligt tussen onderste en bovenste schakelpunt ->
relais blijft uitgeschakeld
•
Ingangssignaal is kleiner dan onderste schakelpunt -> relais blijft
uitgeschakeld
VEGAMET 391 • Met SIL-kwalificatie