Meer informatie staat in de bijbehorende, uitgebreide handleiding en bij instrumenten met SIL-kwalificatie in de Safety Manual. U vindt deze op onze homepage. Handleiding FIBERTRAC 32 - Profibus PA: document-ID 43906 Uitgavedatum beknopte handleiding: 2019-07-02 FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno- digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. Correct gebruik De FIBERTRAC 32 is een sensor voor continue niveaumeting. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk "Productbeschrijving" opgenomen. De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt.
De sensor-PIN is onderdeel van de betreffende sensor en moet in het bedieningsapparaat (smartphone/tablet) worden ingevoerd. Ter verbetering van het bedieningscomfort wordt deze in het bedieningsapparaat opgeslagen. Dit gebeurt beveiligd via een algoritme conform de standaard SHA 256. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd conform DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi- lieu-instructies in deze handleiding. • Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag" • Hoofdstuk "Afvoeren" FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Ga naar "www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer van uw instrument in. Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone. • VEGA Tools-app uit de "Apple App Store" of de "Google Play Store" downloaden • Data-matrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of •...
Algemene informatie Bij de omgang met radioactieve preparaten moet elke onnodige betreffende stralingsbe- stralingsbelasting worden vermeden. Een onvermijdbare stralingsbe- scherming lasting moet zo klein mogelijk worden gehouden. Houd daarvoor de volgende drie belangrijke maatregelen aan: FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Pagina 8
(in Duitsland is dit bijv. de stralingsbeschermingsverorde- ning). Voor meer informatie over stralingsbescherming en de voorschriften in andere landen staan wij u graag ter beschikking. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Waarborg voor de montage, dat alle onderdelen van het instrument die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optre- dende procesomstandigheden. Daarbij behoren in het bijzonder: • Meetactieve deel • Procesaansluiting • Procesafdichting Procesomstandigheden zijn in het bijzonder: • Procesdruk FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Naast de volgende montage-instructies moet u ook de instructies op dit "Source-Sizing"-document aanhouden. Zolang in het "Source-Sizing"-document niet iets anders is aangege- ven, gelden de volgende montage-instructies. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Pagina 11
VEGASOURCE. U kunt de FIBERTRAC 32 met de kop van de behuizing naar boven of beneden gericht monteren. De inbouwpositie met de kop naar beneden heeft onder andere als voordeel, dat de behuizing voor de bediening beter toegankelijk is.
Pagina 12
Met een cascade wordt het samen schakelen van twee of meer instrumenten bedoeld, die samen een langer meettraject kunnen afdekken. Het exacte aantal mogelijke slaves vindt u in de Safety Manual. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Pagina 13
Monteer de FIBERTRAC 32 zodanig, dat de detectieslang zich in het stralingsgebied van de stralingsbronhouder bevindt. Monteer de FIBERTRAC 32 bij voorkeur naast elkaar en let erop, dat geen enkele detectieslang door een andere sensor wordt bedekt. Tank met warmteisolatie Bij tanks met een temperatuurisolatie moet u de sensor en de stra- lingsbronhouder bij voorkeur buiten de tankisolatie monteren.
Pagina 14
FIBERTRAC 32 een water- of luchtkoeling aan. Het koelsysteem moet ook in de berekening van de meetplaats wor- den meegenomen. Neem contact op met onze specialisten over de dimensionering van de koeling. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Bij flexibele aders zonder eindhuls steekt u een kleine platte schroevendraaier krachtig in de rechthoekige vergrendelingsopening. De klemmenopening wordt daardoor vrijgegeven. Wanneer u de schroevendraaier uittrekt, wordt de klemmenopening weer gesloten. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Pagina 16
Hiervoor de beide borghendels aan de zijkant van het klemmenblok met een kleine schroevendraaier losmaken. Bij het losmaken van de vergrendeling wordt het klemmenblok automa- tisch uitgedrukt. Klemmenblok wegtrekken. Bij het opnieuw plaatsen moet deze vastklikken. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Instrumenten met intrinsiekveilige signaaluitgang Gedetailleerde informatie over de explosieveilige uitvoeringen (Ex-ia, Ex-d) vindt u in de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Pagina 18
6 7 8 Fig. 11: Bedienings- en aansluitruimte (Ex-ia) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige signaaluitgang 1 Aansluitklemmen voor Profibus PA Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Aardklem MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Instrumenten met intrinsiekveilige signaaluitgang Gedetailleerde informatie over de explosieveilige uitvoeringen (Ex-ia, Ex-d) vindt u in de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Pagina 20
6 7 8 Fig. 15: Bedienings- en aansluitruimte (Ex-ia) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige signaaluitgang 1 Aansluitklemmen voor Profibus PA Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Aardklem MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
U kunt de adresinstelling (MGC) op de slave-instrumenten vrij kiezen. Alleen het adres "99" is aan het master-instrument voorbehouden. Opmerking: Let erop, dat alle instrumenten dezelfde softwareversie gebruiken. De softwareversie 2.0 is niet downwards compatibel. Sluit de instrumenten aan conform het volgende aansluitschema: FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Let daarbij op de polariteit. De keuze van de beide klemmenparen is willekeurig. Instrumentadres instellen Instrumentadres Ieder Profibus-PA-instrument moet een adres toegewezen krijgen. De toegestane adressen liggen in het bereik van 0 tot 126. Ieder adres FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Teller van het adres (keuze 0 tot 9) Software-adressering De software-adressering is actief, wanneer met de adreskeuzescha- kelaar op het instrument het adres 126 of groter is ingesteld. De adresseringsprocedure wordt in de handleiding "Display- en bedieningsmodule" beschreven. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
Om ook in een hoge tank het niveau te kunnen meten, kunnen meer- dere instrumenten als cascade worden opgesteld. Met een cascade wordt het samen schakelen van twee of meer instrumenten bedoeld, die samen een langer meettraject kunnen afdekken. FIBERTRAC 32 • Profibus PA...
In dit menupunt kunt u de functie van de stroomuitgang activeren. Wanneer de uitgang wordt geactiveerd, blijft het instrument in functie als slave, maar de 4...20 mA-uitgang van de FIBERTRAC 32 kan ook als afzonderlijk instrument worden gebruikt. Wanneer de uitgang actief is, heeft het instrument de volledige func- tionaliteit van een niveaumeetinstrument.
Ʋ Niet intrinsiekveilige bus 9 … 32 V DC Ʋ Intrinsiekveilige bus - FISCO-model 9 … 17,5 V DC Ʋ Intrinsiekveilige bus - ENTITY-model 9 … 24 V DC Aantal sensoren per DP-/PA-segmentkoppelaar Ʋ Niet-Ex instrumenten Ʋ Ex-instrumenten FIBERTRAC 32 • Profibus PA...