5 Op de voedingsspanning aansluiten
14
10. Klemmenstrook 2 weer aan de onderkant van het instrument
aansluiten
11. Voor de aansluiting van extra relais op klemmenstrook 3, te werk
gaan zoals hiervoor beschreven.
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
Opmerking:
Wanneer de stroomuitgang niet nodig is, moeten de klemmen worden
kortgesloten, omdat deze wordt bewaakt en bij onderbreking een
storingsmelding wordt uitgestuurd.
Let erop, dat bij de Ex-toepassingen voor de inbedrijfname de
Ex-scheidingswand op de bovenzijde van het instrument is geplaatst.
Informatie:
Op de actieve ingang (klemmen 1/2) stelt de VEGAMET 391 mit
SIL-Qualifikation de voedingsspanning voor de aangesloten sensor
ter beschikking. De voeding en de meetwaarde-overdracht worden
daarbij via één 2-aderige kabel gerealiseerd. Deze bedrijfsstand is
bedoeld voor de aansluiting van meetversterkers zonder separate
voeding (sensoren in 2-draads uitvoering).
Een passieve ingang staat bij de VEGAMET 391 met SIL-kwalificatie
niet ter beschikking.
VEGAMET 391 • Met SIL-kwalificatie