Inregeling; Linearisatie; Droogloopbeveiliging Conform Sil2 - Vega VEGAMET 391 Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VEGAMET 391:
- Handleiding (72 pagina's) ,
- Producthandleiding (20 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9 Toepassingsvoorbeelden
Voorbeeld
Inregeling
Linearisatie
Schaalverdeling
Relais
Werkingsprincipe
38
Een liggende cilindrische tank heeft een inhoud van 10000 liter. De
meting volgt door een niveausensor volgens het principe van de ge-
leide microgolf. Een pomp zorgt voor het vullen en wordt aangestuurd
via een PLC. Relais 3 van de VEGAMET is hierbij extra tussenge-
schakeld ter voorkoming van overvullen. De max. vulhoeveelheid
moet bij 90% niveau liggen, dit is bij een genormeerde tank conform
de tabel 9538 liter. De vulhoeveelheid moet in het display in liters
worden weergegeven.
Voer de inregeling uit zoals beschreven in de handleiding van de
sensor. Op de regelaar zelf hoeft geen verdere inregeling te worden
uitgevoerd.
Om de procentuele vulhoeveelheid correct te kunnen weergeven,
moet een linearisatie worden uitgevoerd. Kies zoals beschreven in de
bijbehorende handleiding van de sensor de linearisatiecurve " Lig-
gende cilindrische tank". Op de regelaar zelf hoeft zo geen linearisatie
te worden uitgevoerd.
Om de vulhoeveelheid in liters aan te kunnen wijzen, moet in de
regelaar onder " Meetplaats - Schaalverdeling" als eenheid " Volume"
in liters worden ingesteld. Aansluitend volgt de waardetoekenning, in
dit voorbeeld 100 % 10000 liter en 0 % 0 liter.
De bedrijfsmodus van relais 3 moet op " Overvulbeveiliging" worden
ingesteld. De schakelpunten worden als volgt ingesteld:
•
Uitschakelpunt (schakelpunt Hi) 90% ≙ 18,4 mA
•
Inschakelpunt (schakelpunt Lo) 60 % ≙ 13,6 mA
In dit voorbeeld kan de tank zolang worden gevuld, tot bij bereiken
van 90% het relais uitschakelt en dus de vulpomp uitschakelt. Neemt
het niveau weer af tot onder 60%, dan wordt het relais ingeschakeld
en dus voor het vullen weer vrijgegeven.
Informatie:
Het in- en uitschakelpunt van het relais mag niet op hetzelfde
schakelpunt worden ingesteld, omdat dit bij het bereiken van deze
drempel een constant in- en uitschakelen veroorzaakt. Daarom wordt
deze instelling ook niet aangenomen en wordt een bijbehorende fout-
melding uitgestuurd. Om ook bij een onrustig mediumoppervlak dit
effect te voorkomen, is een verschil (hysterese) van min. 5% tussen
de schakelpunten zinvol.
9.2
Droogloopbeveiliging conform SIL2
De beschreven opstelling van sensor en VEGAMET is voor droog-
loopbeveiliging conform SIL2 bedoeld. Het vullen en aftappen wordt
via een separate besturing (bijv. PLC) gerealiseerd.
De niveauhoogte wordt via een sensor geregistreerd en via een 4...20
mA-signaal aan de regelaar overgedragen. Met een in de regelaar
ingebouwd SIL-relais wordt bij het onderschrijden van een instelbare
schakeldrempel de aftappomp uitgeschakeld, zodat drooglopen
betrouwbaar wordt voorkomen.
VEGAMET 391 • Met SIL-kwalificatie
Advertenties
Inhoudsopgave
