5. Selecteer een apparaat en klik op de knop Eigenschappen. Er verschijnt
een venster met een overzicht van de eigenschappen van het apparaat.
6. Breng de gewenste wijzigingen in de instellingen aan, zodanig dat het
apparaat geen conflict meer oplevert met andere apparaten.
7. Klik op OK.
Hoofdstuk 5. De installatie van hardware voorbereiden
43