6.1
Voor het eerste gebruik
Laat het systeem ongeveer 12 uur ingeschakeld voordat u het systeem na lange stilstandperiode
opstart. Start het systeem niet onmiddellijk nadat u de voeding hebt ingeschakeld. Dit kan namelijk
leiden tot een storing in de compressor, omdat de compressor dan nog niet goed is verwarmd.
Zorg ervoor dat de buitenunit niet is bedekt door sneeuw of ijs. Als er sneeuw of ijs op de unit ligt,
verwijdert u dit door er warm water (ongeveer 50°C) over te gieten. Als de temperatuur van het
water hoger dan 50°C is, kan dit de plastic onderdelen beschadigen.
Als u het systeem na ongeveer 3 maanden stilstand opnieuw wilt inschakelen, is het raadzaam het
systeem eerst door uw onderhoudsleverancier te laten nakijken.
Schakel de hoofdschakelaar UIT wanneer het systeem voor een lange periode wordt niet wordt
gebruikt. Als de hoofdschakelaar niet is uitgeschakeld, wordt elektriciteit verbruikt omdat het
verwarmingselement voor de olie geactiveerd blijft, zelfs wanneer de compressor uitgeschakeld is.
6.2
Voorafgaande controle
Het proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de instructies in hoofdstuk
!
GEVAAR
Gebruik het systeem niet voordat u alle te controleren punten hebt afgewerkt. Raadpleeg voor
het proefdraaien van de binnenunit de installatie- en onderhoudshandleiding van de binnenunit
en CH-Box.
Controleer of de koelmiddelleidingen en de communicatiekabels tussen de buitenunit en de
binnenunits zijn aangesloten op hetzelfde koelmiddelcircuit. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot
storingen of zelfs ernstige ongevallen. Controleer of de DSW-switches van het koudemiddelcyclus
(DSW1 en RSW1 op de buitenunits, DSW5 en RSW2 op de binnenunits) en de nummers van de
binnenunits correct zijn ingesteld voor het systeem. Controleer of de instelling van de DIP-switches
op de printplaat van de binnen- en buitenunits correct is. Let speciaal op het nummer van de
buitenunit, het nummer van het koudemiddelcircuit en de aansluitweerstand.
Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1 MΩ door de weerstand tussen de aarde
en de klemmen van de elektrische componenten te meten. Als dat niet het geval is, gebruik dan
het systeem niet voordat eventuele elektrische lekken zijn opgespoord en verholpen. Sluit geen
spanning aan op de communicatieklemmen.
Controleer of alle kabels, L1, L2, L3 en N (R, S, T en N) correct zijn aangesloten op de voedingskabel.
Als dat niet het geval is, zal de unit niet werken en verschijnt er in de afstandsbediening de
alarmcode "05". Controleer en vervang in dat geval de voedingskabel, in overeenstemming met het
op de achterkant van de serviceafdekkap bevestigde blad.
!
LET OP
Zorg ervoor dat de hoofdvoeding minstens 12 uur op voorhand wordt ingeschakeld, om de olie van
de compressor op te warmen met behulp van de verwarmingselementen.
PMNL0628 rev.0 - 08/2023
"6.3
Proefdraaien".
71
6