3 Bevestig het label "Hoofdunit" op de onderhoudsklep (achterkant) van buitenunit "A", om de
onderhoudswerken te vereenvoudigen.
A
Buitenunit
A
Uitlaatrichting
leidingen
Kant van de
binnenunit
Leidingverbin-
dingenkit 2
L
La
Leidingverbin-
dingenkit 1
L: Bewaar een directe afstand van 500 mm of meer na de aansluitkit 1.
◆ Beperkingen voor combinaties van 4 units
1 Voor combinaties met 4 buitenunits, zet u de buitenunits op volgorde vanaf de grootste
capaciteit tot de kleinste (A>B>C>D). De buitenunits "A" en "B" moeten worden verbonden
met leidingverbindingskit 2, en de buitenunits "C" en "D" moeten worden verbonden met
leidingverbindingskit 3.
2 De leidinglengte tussen leidingverbindingskit 1 en elke buitenunit moet La < Lb < Lc <Ld< 25 m zijn.
3 Bevestig het label "Hoofdunit" op de onderhoudsklep (achterkant) van buitenunit "A", om de
onderhoudswerken te vereenvoudigen.
A
Buitenunit
A
Uitlaatrichting
leidingen
Kant van de
binnenunit
La
L
L
Leidingver-
Leidingverbindin-
bindingen-
genkit 2
kit 1
L: Bewaar een directe afstand van 500 mm of meer na de aansluitkit 1.
PMNL0628 rev.0 - 08/2023
>
B
>
C
Buitenunit
Buitenunit
B
C
L
Lb
Lc
B
C
> >
> >
> >
Buitenunit
Buitenunit
Buitenunit
B
C
Lb
Lc
Leidingverbindin-
genkit 3
<
C
Buitenunit
Buitenunit
C
Leidingverbin-
dingenkit 2
Lb
Lc
D
D
C
< <
Buitenunit
Buitenunit
D
D
C
Ld
Ld
Lc
Leidingverbindin-
genkit 3
<
A
B
Buitenunit
B
A
Uitlaatrichting
L
La
Leidingverbin-
dingenkit 1
B
A
< <
< <
Buitenunit
Buitenunit
B
A
Lb
La
L
Leidingverbindin-
genkit 2
leidingen
Kant van de
binnenunit
L
3
Uitlaatrichting
leidingen
Kant van de
binnenunit
L
Leidingver-
bindingen-
kit 1
36