◆ Correcte positie van lijnvertakking E-SN/E-XN reeks
Horizontaal
Plaats de vertakkingsleidingen op hetzelfde horizontale
niveau (helling van max. 30°)
Zorg ervoor dat de lengte van het rechte gedeelte na de
verticale bocht minimaal 0,5 mm is.
Lengte rechte gedeelte min. 0,5 m.
Omhoog
Horizontaal
Omlaag
Maximale
helling van
±30°
(Aanzicht van A)
◆ Correcte positie van verdeelstuk van MH-reeks
Installeer altijd horizontaal (bijvoorbeeld: in het geval van model MH-108AN).
!
LET OP
Verzegel de uiteinde van de niet-aangesloten vertakkingsleidingen door er niet-meegeleverde
afsluitingen aan te lassen.
3.4.2 Waarschuwingen bij het installeren van de buitenunit.
Voordat u met de installatie- en leidingaansluitingswerken voor meerdere buitenunits begint,
dient u de opstelling van de buitenunits en de leidinglengte te bepalen. Volg de onderstaande
instructies, om de installatiewerken op een veilige manier uit te voeren. Als de buitenunits
verkeerd zijn opgesteld, kan dit leiden tot een terugstroom van het koelmiddel en storingen in de
buitenunit.
◆ Beperkingen voor combinaties van 2 en 3 units
1 Voor combinaties met 2 en 3 buitenunits, zet u de buitenunits op volgorden vanaf het grootste
volume tot het kleinste volume (A>B>C) en sluit u buitenunit "A" aan op leidingaansluitingskit 1.
2 De leidinglengte tussen leidingaansluitingskit 1 en de buitenunit moet La < Lb < Lc < 25 m zijn.
PMNL0628 rev.0 - 08/2023
Omhoog
Omlaag
Maximale
helling
van ±30°
Kant van de gasleiding
Kant van de vloeistofleiding
Verticaal
De rechte lengte van de leidingaansluiting op de
buitenunitzijde wordt als volgt gemaakt:
- Het gedeelte van de collectieve leidingaansluiting wijst
naar boven, de rechte lengte moet minimaal 0,5m. zijn.
- Het gedeelte van de collectieve leidingaansluiting wijst
naar beneden, de rechte lengte moet minimaal 0,3m. zijn.
Omhoog
Vertakking omhoog
Minimale
rechte lengte
van 0,3 m
Omlaag
Horizontaal
Horizontaal
Omhoog
Minimale
rechte lengte
van 0,5 m
Neerwaartse
vertakking
Omlaag
3
35