Functies van instrumenten en bedieningselementen
Druk in dat geval op de selectieschakelaar
om de weergave te wisselen in de onder-
staande volgorde:
TRIP-F → Weergave–1 → Weergave–2 →
Weergave–3 → TRIP-F
Als u een ritteller op nul wilt terugstellen,
gebruikt u de selectieschakelaar om de in-
formatieweergave te selecteren die de ge-
wenste ritteller bevat. Druk kort op de toets
"RESET" zodat de ritteller knippert en druk
vervolgens gedurende 2 seconden op-
nieuw op de toets "RESET" terwijl de rittel-
ler knippert.
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra u na het tanken 5
km (3 mi) hebt gereden.
Weergave geschatte actieradius:
RANGE
De afstand die u onder de huidige rijom-
standigheden kunt afleggen met de reste-
rende brandstof in de brandstoftank wordt
weergegeven.
Weergave verstreken tijd:
TIME TRIP
De tijd die is verstreken sinds de sleutel
naar "ON" is gedraaid wordt weergegeven.
De maximale tijd die kan worden weerge-
geven is 99:59.
Deze timer wordt automatisch op nul terug-
gesteld wanneer de sleutel naar "OFF"
wordt gedraaid.
km
11
0:06
3-15
OPMERKING
Er zijn ook weergaven "TIME–2" en "TIME–
3" met verstreken tijd, maar deze kunt u
niet instellen op de informatieweergave. Zie
"Instelmodus" op pagina 3-17 voor uitge-
breide informatie.
Omgevingstemperatuurweergave:
A.TEMP
Dit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur.
OPMERKING
Ook als de omgevingstemperatuur la-
ger dan –9 °C is, wordt –9 °C weerge-
geven.
50 °C wordt weergegeven, ook als de
omgevingstemperatuur
50 °C is.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door rijden onder 20 km/h (12 mi/h) of
door het oponthoud bij verkeerslich-
ten, spoorwegovergangen etc.
Weergave koelvloeistoftemperatuur:
C.TEMP
De
weergave
koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding "Hi" knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en laat
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-37.)
3
˚C
25
hoger
dan
˚C
Lo