Functies van instrumenten en bedieningselementen
Functieweergave
GEAR
N
A.TEMP
C.TEMP
TIME TRIP
0:06
1. Functieweergave
1
5
1. Afstelling handvatverwarming
2. Selectie informatieweergave
3. Afstelling kuipruit
4. Afstelling veerdemping
5. Afstelling voorspanning
Druk op de schakelaar "MENU" om de
weergave te schakelen tussen de volgende
functies. De weergave verandert telkens
wanneer u op de schakelaar drukt.
Afstelling handvatverwarming
Selectie informatieweergave
Afstelling kuipruit
Afstelling veerdemping
Afstelling voorspanning
OPMERKING
De afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer de ma-
chine stilstaat met draaiende motor.
1
˚C
25
˚C
Lo
2
3
4
De volgende pagina's bevatten uitleg over
de functies voor handvatverwarming, infor-
matieweergave en kuipruit. Zie pagina 3-42
voor een uitleg over de afstelfuncties voor
veerdemping en voorspanning.
De handvatverwarming afstellen
Deze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt
als de motor loopt. Er zijn 4 instellingen
voor de handvatverwarming.
Instelling
Uit
Laag
Middel
Hoog
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op
de "
"-zijde van de selectieschakelaar.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verlagen, drukt u op de "
zijde van de selectieschakelaar.
LET OP
Draag handschoenen wanneer u de
handvatverwarming gebruikt.
Als
de
20 °C (68 °F) of meer bedraagt,
moet u de handvatverwarming niet
op de instelling Hoog zetten.
Als het stuurhandvat of de gashen-
del versleten of beschadigd is, ge-
bruik de handvatverwarming dan
niet meer en vervang handvat en
hendel.
3-13
Weergave
DCA17931
omgevingstemperatuur
3
"-