Functies van instrumenten en bedieningselementen
Met de motor uit:
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Beweeg de zijstandaard omlaag.
3. Zet de noodstopschakelaar in de
stand "run".
4. Zet het contactslot aan.
5. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
6. Bekrachtig de voor- of achterrem.
7. Druk op de startknop.
Start de motor?
3
JA
Met de motor nog aan:
8. Beweeg de zijstandaard omhoog.
9. Bekrachtig de achterrem (om een
TCS-fout te voorkomen).
10. Zet de versnellingsbak in een
versnelling.
11. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
JA
Als de motor is afgeslagen:
12. Beweeg de zijstandaard omhoog.
13. Laat de rem los.
14. Druk op de startknop.
Start de motor?
NEE
Het systeem is in orde.
De motorfiets mag worden gebruikt.
• Bij deze inspectie moet de machine
• Laat als een storing wordt
De vrijstandschakelaar, een
remlichtschakelaar of het
YCC-S-systeem werkt mogelijk niet.
NEE
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
NEE
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de
koppelingshendel werkt mogelijk niet.
JA
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
3-48
WAARSCHUWING
op de middenbok worden gezet.
aangetroffen de machine nakijken
alvorens te gaan rijden.