LET OP
Blijf de stopschakelaar ingedrukt
houden totdat de motor volledig is
gestopt. Als de schakelaar wordt
losgelaten voordat de motor volledig is
gestopt, kan hij opnieuw starten. Als de
motor niet uitgeschakelt, zie Noodstop
on page 45 .
5. Zet de accuschakelaar uit (indien
aanwezig).
6. Sluit de brandstofkraan.
7. Sluit de buitenboordkraan (indien
aanwezig).
LET OP
•Vergeet niet de zeekraan te sluiten.
Als u dit vergeet kan er water in de
boot stromen waardoor deze kan
zinken.
• Als er zeewater in de motor
achterblijft, kan dit bevriezen en
onderdelen van het koelsysteem
beschadigen (omgevingstemperatuur
van beneden 0°C (32°F)).
Noodstop
LET OP
Gebruik de noodstop NOOIT om de motor
op een normale manier uit te zetten.
Gebruik deze schakelaar alleen om de
motor te stoppen in noodgevallen.
Als de motor niet kan worden gestopt door
de stop-schakelaar op het paneel, stop de
motor door het indrukken van de knop
(Figure 4, (1)) aan de achterkant van de
stopmagneet (Figure 4, (2)).
Bedieningshandleiding YM-serie
BEDIENING MOTOR
Figuur 2
1
Figure 4
1 – Stopknop
2 – Stopmagneet
WAARSCHUWING
Ernstig gevaar.
Hou handen, lichaamsdelen en
loszittende kleding ALTIJD weg van de
bewegende/draaiende onderdelen,
zoals het vliegwiel of de aftakas.
2
0004787
45