Download Print deze pagina

Yanmar YM Bedieningshandleiding pagina 31

Advertenties

• Bio-diesel kan op bepaalde elastomeren
(dichtingmateriaal) een averechts effect
hebben en brandstoflekkage en oplossing
van de motorsmeerolie veroorzaken.
• Ook biodiesels die aan de opgelegde
standaards voldoen, vragen extra
aandacht, om zo de kwaliteit van de
brandstof in het systeem en/of andere
brandstoftanks op peil te houden. Het is
belangrijk om altijd schone en verse
brandstof op voorraad te hebben. Het
regelmatig vloeien van het
brandstofsysteem, en/of de
brandstofopslagtanks kan nodig zijn.
• Het gebruik van bio-diesels die niet aan
de gestelde standaards voldoen, zoals
vastgelegd door de
brandstofproducenten en producenten
van dieselinjectiesystemen, of bio-diesel
die in slechte toestand verkeert, zie de
voorzorgsmaatregelen en
aandachtspunten hiervoor, kunnen de
garantie op uw motor aantasten.
Aanvullende Technische
Brandstofeisen
• De cetaanwaarde van de brandstof dient
40 of hoger te zijn.
• Het zwavelgehalte mag niet hoger dan
15 ppm zijn.
Een hoger zwavelgehalte in de brandstof
kan zwavelzuuraantasting in de cilinders
van de motor veroorzaken.
Voornamelijk in de V.S. en Canada moet
brandstof met een ultralaag
zwavelgehalte worden gebruikt.
• Meng NOOIT kerosine, gebruikte
motorolie of brandstofresten met de
diesel-brandstof.
• Water en sediment in de brandstof dienen
per volume lager te zijn dan 0,05%.
• Zorg er altijd voor dat de brandstoftank
en de brandstofinstallatie schoon zijn.
• Het as-gehalte dient per volume lager te
zijn dan 0,01%.
Bedieningshandleiding YM-serie
VOORDAT U DE MOTOR BEDIENT
• Koolstofresidu dient per volume lager te
zijn dan 0,35%. Minder dan 0,1% geniet
de voorkeur.
• Het totale gehalte van aromaten dient
per volume onder de 35% te blijven.
Minder dan 30% geniet de voorkeur.
• Het PAK-gehalte (polycyclische
aromatische koolwaterstof) dient per
volume onder de 10% te blijven.
• Gebruik geen Biocide.
• Smerend vermogen: Slijtagemarkering
van WS1.4 moet max. 0,016 in. (400
μm) zijn bij HFRR-test.
Omgaan met Dieselbrandstof
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar.
Vul de brandstoftank alleen met
dieselolie. Het vullen van de
brandstoftank met benzine kan
resulteren in brand en zal schade aan
de motor brengen. Voeg NOOIT
brandstof toe bij een draaiende motor.
Verwijder geknoeide brandstof
onmiddellijk. Houd vonken, open vuur
of een andere vorm van ontsteking
(lucifers, sigaretten, statische
elektrische bron) op voldoende afstand
tijdens het tanken.
Brand- en explosiegevaar.
Doe ALTIJD de diesel container op de
grond bij het overbrengen van de diesel
uit de pomp naar de container. Houd de
slangkop tijdens het tanken stevig
tegen de vulopening gedrukt. Zo
voorkomt u het ontstaan van statische
elektriciteit, hetgeen vonken en
daarmee ontsteking van de oliedampen
kan veroorzaken.
25

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2ym153ym203ym30ae