De Brandstoftank vullen
Voor het vullen van de
brandstoftank voor de eerste keer:
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar.
Voeg NOOIT brandstof toe bij een
draaiende motor.
Spoel brandstoftank met kerosine of
diesel. Verwijder afval volgens de
geldende voorschriften.
De tank vullen:
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar.
Laat de ventilatoren in de lensruimte
(blazers) minimaal 5 minuten draaien,
om de dampen in de motorruimte na het
vullen te verdrijven. Laat de blazers in
de lensruimte nooit tijdens het vullen
draaien. Dit kan explosieve dampen in
de motorruimte blazen en een explosie
veroorzaken.
1. Zorg ervoor dat het gebied rond de
brandstofdop schoon is.
2. Verwijder de dop van de brandstoftank.
3. Vul de tank met schone brandstof, vrij
van vuil en olie.
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar.
Houd de slangkop tijdens het tanken stevig
tegen de vulopening gedrukt. Zo voorkomt
u het ontstaan van statische elektriciteit,
hetgeen vonken en daarmee ontsteking van
de oliedampen kan veroorzaken.
Bedieningshandleiding YM-serie
VOORDAT U DE MOTOR BEDIENT
4. Stop met vullen, zodra de meter
aangeeft dat de brandstoftank vol is.
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar.
Vul de brandstoftank NOOIT teveel.
5. Verplaats de tankdop en draai deze
met de hand vast. De dop te stevig
aandraaien veroorzaakt schade aan de
dop.
27