MOTOROLIE
Specificaties Motorolie
LET OP
Gebruik alleen de opgegeven motorolie.
Andere motorolie kan de garantie
beïnvloeden, leiden tot in beslagname van
interne motoronderdelen en / of het
verkorten van de levensduur van de motor.
Mix NOOIT verschillende types motorolie.
Dit kan de smeereigenschappen van de
motorolie nadelig beïnvloeden.
Gebruik motorolie die voldoet aan de
volgende richtlijnen en classificaties:
• API Service-categorieën: CD,CF, CF-4,
CI en CI-4.
De olie moet worden vervangen
wanneer de Total Base Number (TBN) is
teruggebracht tot 2,0.
TBN (mgKOH / g) testmethode: JIS
K-2501–5.2–2(HCI), ASTM D4739(HCI)
• Aanbevolen SAE Viscositeit: 10W-30,
15W-40. Motorolies 10W-30 en 15W-40
kunnen het hele jaar door worden
gebruikt.
• Gebruik NOOIT API Service Categorie
CG-4 of CH-4 olie.
LET OP
• Zorg ervoor dat de motorolie, de
jerrycans waarin u de motorolie bewaart
en de vuluitrusting vrij van sedimenten of
water zijn.
• Ververs de motorolie na de eerste 50
draaiuren en vervolgens om de 150
draaiuren. See Het vervangen van de
motorolie on page 60.
Bedieningshandleiding YM-serie
VOORDAT U DE MOTOR BEDIENT
• Selecteer de olie viscositeit op basis van
de omgevingstemperatuur waarin de
motor wordt bediend. Zie Viscositeit
Motorolie Figure 5.
• Yanmar raadt het gebruik van
"additieven" voor motorolie af.
Omgaan met Motorolie
• Zorg er bij het omgaan en opslaan van
motorolie voor dat deze niet in contact komt
met stof en water. Maak de vulopening
rondom schoon, voordat u bij gaat vullen.
• Meng geen smeerolie van verschillende
types of merken. Mengen kan de
chemische karakteristieken van de olie
aantasten, waardoor de smeercapaciteit
afneemt en daarmee ook de levensduur
van de motor.
• Motorolie dient op gezette tijden te
worden ververst, ongeacht of de motor
heeft gedraaid of niet. See SCHEMA
VOOR PERIODIEK ONDERHOUD on
page 53.
Viscositeit Motorolie
Figure 5
• Selecteer de juiste motorolie viscositeit
op basis van de omgevingstemperatuur
in de SAE Service Graad Viscositeit
Grafiek (Figure 5).
29