Hoofdstuk 6: Reiniging, desinfectie, conservering
6.2
Veiligheidsmaatregelen
6.2.1
Veiligheid van de patiënt
140
Waarschuwing
Risico voor de patiënt door desinfectiemiddelen en
reinigingsmiddelen
Gedurende de gehele desinfectie- en conserveringsprocedure mag er
geen dialyseapparatuur aangesloten zijn.
De op de ringleiding aangesloten dialyseapparatuur dient voor de
reiniging, desinfectie en conservering losgekoppeld te worden.
Alle systemen die niet losgekoppeld kunnen worden (bijv.
concentraatmengsysteem) moeten apart gespoeld worden.
Systemen die niet losgekoppeld kunnen worden, mogen pas weer
worden vrijgegeven nadat zij gecontroleerd zijn op resterend
desinfectiemiddel.
Waarschuwing
Risico voor de patiënt door resterende desinfectiemiddelen,
reinigingsmiddelen en conserveringsoplossingen
Wanneer u desinfectiemiddelen gebruikt, moet u een geschikte
test uitvoeren om er zeker van te zijn dat er geen resterend
desinfectiemiddel achterblijft bij de afvoer, de overloop en de
gebruikerspunten van de AquaA, en bij alle gebruikerspunten op de
dialysewater-ringleiding.
Als er extra apparaten zoals een AquaHT, AquaCEDI, AquaUF en
AquaA2 zijn aangesloten, moeten deze ook worden gecontroleerd
op resten van het desinfectiemiddel.
Indien de test een restconcentratie van het desinfectiemiddel
aantoont, moet het spoelprogramma herhaald worden tot er geen
desinfectiemiddel meer gevonden wordt.
Fresenius Medical Care AquaA IFU-NL 07A-2021