3. Inleiding van de FC 300
op het systeem om te bepalen of de functionaliteit en veiligheidscategorie van de Veilige stop
relevant en voldoende zijn.
Inschakeling en beëindiging van de Vei-
lige stop
De veiligestopfunctie wordt geactiveerd door de 24 V DC-spanning naar klem 37 uit te schakelen.
Standaard worden de veiligestopfunctie zo ingesteld dat een onbedoelde start wordt voorkomen.
3
Dit betekent dat voor het beëindigen van de Veilige stop en het hervatten van normaal bedrijf
eerst weer 24 V DC moet worden toegepast op klem 37. Vervolgens moet een resetsignaal worden
verstuurd (via bus, digitale I/O of de [Reset]-toets).
De veiligestopfunctie kan worden ingesteld voor een automatische herstart door de instelling van
par. 5-19 te wijzigen van de standaardwaarde [1] naar optie [3]. Als er een MCB 112-optie is
aangesloten op de omvormer moet een mogelijke automatische herstart worden ingesteld met
behulp van optie [7] of [8].
Een automatische herstart betekent dat de Veilige stop wordt beëindigd en normaal bedrijf wordt
hervat zodra de 24 V DC weer wordt toegepast op klem 37; hiervoor is geen resetsignaal nodig.
BELANGRIJK! Het toepassen van een automatische herstart is enkel toegestaan in de volgende
twee situaties:
1.
2.
52
Een onbedoelde start wordt voorkomen via andere delen van de veiligestopinstallatie.
Aanwezigheid in de gevarenzone kan fysiek worden uitgesloten wanneer de veiligestop-
functie niet wordt gebruikt. Met name de volgende secties van de normen behorend tot
de Machinerichtlijn van de EU moeten in acht worden genomen: 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3
van EN 954-1:1996 (of ISO 13849-1:2006), 4.11.3 en 4.11.4 van EN 292-2 (ISO
12100-2:2003).
MG.33.B9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Design Guide