3. Inleiding van de FC 300
In onderstaande parameterlijst wordt ervan uitgegaan dat alle andere parameters en schakelaars
hun standaardwaarden hebben behouden.
Het volgende moet worden geprogrammeerd in de getoonde volgorde – zie de beschrijving van
de instellingen in de Bedieningshandleiding:
3
Functie
1) Controleer of de motor goed draait. Volg onderstaande stappen:
Stel de motorparameters in aan de hand
van de gegevens op het motortypeplaatje
Voer een Automatische aanpassing motor-
gegevens (AMA) uit voor de omvormer.
2) Controleer of de motor draait en de encoder goed is aangesloten. Volg onderstaande stappen:
Druk op de [Hand on]-toets op het LCP.
Controleer of de motor draait en kijk in wel-
ke richting de motor draait (hierna aange-
duid als de 'positieve richting').
Ga naar par. 16-20. Draai de motor lang-
zaam in de positieve richting. Het draaien
moet zo langzaam gaan (slechts enkele
tpm) dat kan worden beoordeeld of de
waarde in par. 16-20 toeneemt of afneemt.
Als par. 16-20 afneemt, moet de encoder-
richting in par. 5-71 worden gewijzigd.
3) Zorg ervoor dat de omvormerbegrenzingen zijn ingesteld op veilige waarden.
Stel aanvaardbare begrenzingen voor de
referenties in.
Controleer of de instellingen voor aan/uit-
lopen binnen de mogelijkheden van de om-
vormer en de toegestane werkspecificaties
voor de toepassing vallen.
Stel aanvaardbare begrenzingen voor de
motorsnelheid en -frequentie in.
4) Configureer de snelheidsregeling en selecteer het motorbesturingsprincipe.
Activering van de snelheidsregeling
Selectie van het motorbesturingsprincipe
5) Configureer en schaal de referentie naar de snelheidsregeling.
Stel analoge ingang 53 in als een referen-
tiebron.
Schaal analoge ingang 53 0 tpm (0 V) naar
1500 tpm (10 V).
6) Configureer het 24 V HTL-encodersignaal als terugkoppeling voor de motorregeling en de snelheids-
regeling.
Stel de digitale ingangen 32 en 33 in als
encoderingangen.
Selecteer klem 32/33 als motorterugkoppe-
ling.
Selecteer klem 32/33 als snelheids-PID-te-
rugkoppeling.
7) Stel de parameters voor de snelheidsregelings-PID nauwkeurig in.
Gebruik de aanwijzingen voor fijnafstelling
indien relevant, of voer de fijnafstelling
handmatig uit.
8) Gereed!
Sla voor de zekerheid de parameterinstel-
lingen op in het LCP.
32
Par. nr.
1-2*
1-29
16-20
5-71
3-02
3-03
3-41
3-42
4-11
4-13
4-19
1-00
1-01
3-15
6-1*
5-14
5-15
1-02
7-00
7-0*
0-50
MG.33.B9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Instelling
Volgens de gegevens op het motortypepla-
tje
[1] Volledige AMA insch.
Stel een positieve referentie in.
NVT (alleen-lezen parameter) Opmerking:
een toenemende waarde loopt over bij
65535 en start dan opnieuw bij 0.
[1] Linksom (als par. 16-20 afneemt)
0 tpm (standaard)
1500 tpm (standaard)
standaardinstelling
standaardinstelling
0 tpm (standaard)
1500 tpm (standaard)
60 Hz (standaard 132 Hz)
[1] Snelheid gesl. lus
[3] Flux met enc.terugk.
Niet nodig (standaard)
Niet nodig (standaard)
[0] Niet in bedrijf (standaard)
Niet nodig (standaard)
Niet nodig (standaard)
Zie onderstaande aanwijzingen.
[1] Alles naar LCP
FC 300 Design Guide