FC 300 Design Guide
Opmerking: de PID voor de snelheidsregeling werkt bij de standaard parameterinstelling, maar
een fijnafstelling van de parameters wordt ten zeerste aanbevolen om de motorbesturingspres-
taties te optimaliseren. Met name de twee Flux-motorbesturingsprincipes zijn afhankelijk van een
juiste fijnafstelling voor optimale prestaties.
De volgende parameters zijn relevant voor de snelheidsregeling:
Parameter
Terugk.bron par. 7-00 Stel in van welke ingang de snelheids-PID een terugkoppeling moet
Prop. versterking par.
7-02
Integratietijd
7-03
Differentiatietijd par.
7-04
Diff. versterkingslimiet
par. 7-05
Laagdoorl.filtertijd
par. 7-06
Hieronder volgt een voorbeeld voor het programmeren van de snelheidsregeling:
In dit geval wordt de snelheids-PID-regeling
gebruikt om een constante motorsnelheid te
handhaven, ongeacht wijzigingen in de belas-
ting van de motor.
De benodigde motorsnelheid wordt ingesteld
via een potentiometer die is aangesloten op
klem 53. Het snelheidsbereik is 0-1500 tpm,
wat overeenkomt met 0-10 V via de potentio-
meter.
Het starten en stoppen wordt geregeld door
middel van een schakelaar die is aangesloten
op klem 18.
De snelheids-PID bewaakt het actuele toeren-
tal van de motor door een 24 V (HTL) incre-
Functiebeschrijving
krijgen.
Hoe hoger de waarde, hoe sneller de regeling. Een te hoge waarde
kan echter leiden tot oscillaties.
par.
Verwijdert snelheidsfouten in stationaire toestand. Een lagere waarde
betekent een snelle reactie. Een te lage waarde kan echter leiden tot
oscillaties.
Zorgt voor een versterking die proportioneel is met de mate van ver-
anderingen van de terugkoppeling. Een nulinstelling schakelt de dif-
ferentiator uit.
Wanneer er bij een bepaalde toepassing snelle veranderingen in re-
ferentie of terugkoppeling optreden – wat betekent dat de fout snel
verandert – kan de differentiator al snel te dominant worden. Dit komt
omdat hij reageert op veranderingen in de fout. Hoe sneller de fout
verandert, hoe sterker de versterking van de differentiator is. De dif-
ferentiatorversterking kan daarom worden beperkt, zodat instelling
van een redelijke differentiatietijd voor langzame veranderingen en
een passende snelle versterking voor snelle verandering mogelijk is.
Een laagdoorlaatfilter dat oscillaties op het terugkoppelsignaal dempt
en de prestaties in stationaire toestand verbetert. Een te hoge filtertijd
zal de dynamische prestaties van de snelheids-PID-regeling echter
verstoren.
Praktische instelling van par. 7-06 zoals verkregen op basis van het
aantal pulsen per omwenteling of via de encoder (PPR):
Encoder PPR
512
1024
2048
4096
MG.33.B9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3. Inleiding van de FC 300
Par. 7-06
10 ms
5 ms
2 ms
1 ms
mentele encoder als terugkoppeling te gebrui-
ken. De terugkoppelingssensor is een encoder
(1024 pulsen per omwenteling) die is aange-
sloten op klem 32 en 33.
3
31