6. Installeren
6.5. Extra aansluitingen
6.5.1. DC-busaansluiting
De DC-busklem wordt gebruikt als DC-reserve, waarbij de tussenkring wordt gevoed vanuit een
externe bron.
Klemnummers: 88, 89
Neem contact op met Danfoss voor meer informatie.
6.5.2. Loadsharing installeren
De aansluitkabel moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer
6
naar de DC-lamel bedraagt 25 meter.
6.5.3. Aansluitingsoptie remweerstand/-kabel
De aansluitkabel naar de remweerstand moet
zijn afgeschermd/gewapend.
1.
2.
124
NB!
Voor DC-bus en loadsharing is extra apparatuur nodig en moet er rekening worden
gehouden met de veiligheid. Zie de instructie MI.50.NX.YY voor meer informatie over
loadsharing.
NB!
Tussen de klemmen kunnen spanningen tot 975 V DC (bij 600 V AC) komen te staan.
NB!
Voor een dynamische rem is extra apparatuur nodig en moet er rekening worden
gehouden met de veiligheid. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Danfoss.
Gebruik kabelklemmen om de afscherming te verbinden met de metalen kast van de
frequentieomvormer en met de ontkoppelingsplaat van de remweerstand.
Gebruik een remkabel met een dwarsdoorsnede die past bij de remstroom.
NB!
Tussen de klemmen kunnen spanningen tot 975 V DC (bij 600 V AC) komen te staan.
MG.33.B9.10 – VLT
Nr
81 82 Remweerstand
.
R- R
klemmen
+
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Design Guide