Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Pid-Snelheidsregelaar Afstellen; Proces-Pid-Regeling - Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

FC 300 Design Guide

3.3.2. De PID-snelheidsregelaar afstellen

De volgende aanwijzingen voor fijnafstelling zijn relevant bij het gebruik van de Flux-motorbe-
sturingsprincipes in toepassingen met voornamelijk een traagheidsbelasting (met weinig wrijving).
De waarde van par. 7-02
massatraagheid van de motor en de belasting, en de geselecteerde bandbreedte kan worden
berekend op basis van de volgende formule:
Par.
. 7 − 02 =
Opmerking: Par. 1-20 is het motorvermogen in [kW] (d.w.z. voer daarom in de formule '4' kW in
en geen '4000' W). Een praktische waarde voor de bandbreedte is 20 rad/s. Controleer het re-
sultaat van de berekening in par. 7-02 aan de hand van de volgende formule (niet nodig bij gebruik
van een terugkoppeling met hoge resolutie zoals een SinCos-terugkoppeling):
Par.
. 7 − 02
Een goede startwaarde voor par. 7-06
coderresolutie vereist een hogere filterwaarde). Een typische waarde van 3 % voor Max. koppel-
rimpel is aanvaardbaar. Voor incrementele encoders is de encoderresolutie te vinden in par. 5-70
(24 V HTL op standaard omvormer) of par. 17-11 (5 V TTL op MCB 102-optie).
Over het algemeen wordt de praktische maximumbegrenzing in par. 7-02 bepaald door de enco-
derresolutie en de terugkoppelingsfiltertijd, maar andere factoren in de toepassing kunnen par.
Snelheids-PID, prop. versterking
7-02
Om doorschot te minimaliseren, kan par. 7-03
ca. 2,5 s (afhankelijk van de toepassing).
Par. 7-04
goed zijn ingesteld. Indien nodig kan de fijnafstelling worden afgesloten door te experimenteren
met kleine verhogingen van deze instelling.

3.3.3. Proces-PID-regeling

De proces-PID-regeling kan worden gebruikt voor het regelen van toepassingsparameters die
kunnen worden gemeten via een sensor (d.w.z. druk, temperatuur, stroming) en kan worden
beïnvloed door de aangesloten motor via een pomp, ventilator of dergelijke.
De tabel geeft de besturingsconfiguratie waarbij een procesregeling mogelijk is. Bij gebruik van
een Flux-vectormotorbesturingsprincipe, moeten de parameters voor de snelheids-PID-regeling
ook nauwkeurig worden ingesteld. Zie het gedeelte over de regelingsstructuur om te zien waar
de snelheidsregeling actief is.
Par. 1-00 Configu-
ratiemodus
[3] Proces
Opmerking: de PID voor de procesregeling werkt bij de standaard parameterinstelling, maar een
fijnafstelling van de parameters wordt ten zeerste aanbevolen om de toepassingsbesturingspres-
taties te optimaliseren. Met name de twee Flux-motorbesturingsprincipes zijn afhankelijk van een
Snelheids-PID, prop. versterking
Totale inertie k gm
Par.
. 1 − 20
x
0.01
4
=
MAXIMUM
Snelheids-PID, differentiatietijd
Par. 1-01 Motorbesturingsprincipe
U/f
NVT
MG.33.B9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
is afhankelijk van de gecombineerde
2
x Par.
. 1 − 25
x Bandbreedte rad
x
9550
x Encoder Resolutie x par.
x
2
π
Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd
beperken tot een lagere waarde.
Snelheids-PID, integratietijd
moet worden ingesteld op 0 tot alle overige parameters
VVC
+
Flux sensorvrij
Proces
Proces & snelheid
3. Inleiding van de FC 300
s
/
. 7 − 06
x M ax koppel rimpel
is 5 ms (een lagere en-
worden ingesteld op
Flux
met
enc.te-
rugk.
Proces & snelheid
3
%
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave