Overzicht van apparaat en bedieningselementen
5.2.4 Functie- en storingsindicators
Storingsindicator (rood)
Waarschuwingsindicator (geel)
Bedrijfstoestandindicator (groen)
5.2.5 Stekkeraansluiting "Externe aansturing"
5.2.6 Stekkeraansluiting "Niveauschakelaar"
16
De storingsindicator brandt wanneer het vloeistofpeil in de doseertank
onder het tweede schakelpunt van de niveauschakelaar daalt (20 mm
restniveau in de doseertank).
De storingsindicator brandt, als in de bedrijfsmodus "Extern analoog" de
stroom onder 3,8 mA komt (alleen bij 4...20 mA) of boven 23 mA komt.
Deze LED knippert bij een ongedefinieerde bedrijfstoestand.
De waarschuwingsindicator brandt wanneer het vloeistofpeil in de doseer‐
tank onder het eerste schakelpunt van de niveauschakelaar daalt.
De bedrijfstoestandindicator brandt wanneer de pomp bedrijfsklaar is en er
geen storings- of waarschuwingsmeldingen binnenkomen. De indicator
gaat korte tijd uit wanneer de pomp een slag uitvoert.
De bus "Externe aansturing" is een vijfpolige inbouwbus.
Daarmee kunnen de volgende functies en bedrijfsmodussen worden
gebruikt:
Pauze
n
Extern contact
n
Extern analoog (optie)
n
Hulpfrequentie (externe frequentieomschakeling)
n
De tot nu toe gebruikte 2- en 4-pins kabels kunt u blijven
gebruiken. De functie "Hulpfrequentie" kan echter alleen
met een 5-pins kabel worden gebruikt.
Het is mogelijk om een tweetraps niveauschakelaar met waarschuwing en
uitschakeling aan te sluiten.