8
VEILIGHEID
Sluit en vergrendel alle toegangskleppen als de generatorset niet
wordt gebruikt.
Gebruik geen brandblussers die bedoeld zijn voor het blussen van
klasse A of B vuren op elektrische vuren. Maak alleen gebruik van
brandblussers die geschikt zijn voor brandhaarden van klasse BC of
ABC.
Laat de sleepwagen of aanhanger, generatorset, aansluitkabels,
gereedschap en alle personeel op ten minste 3 meter afstand van alle
stroomleidingen en ingegraven elektriciteitskabels (met uitzondering
van de kabels/leidingen die op de generatorset zijn aangesloten).
Reparatiepogingen mogen alleen in een schone, droge, goed verlichte
en verluchte ruimte worden uitgevoerd.
Sluit de generatorset alleen op lasten en/of elektrische systemen aan
die geschikt zijn voor de elektrische kenmerken en binnen de nominale
capaciteit liggen.
Transport
Zorg ervoor dat tijdens het laden of vervoeren van machines de
aangegeven hef- en bevestigingspunten worden gebruikt.
Zorg ervoor dat tijdens het laden of vervoeren van machines het
sleepvoertuig, de afmetingen ervan evenals het gewicht, de sleephaak
en de elektrische voeding, allemaal geschikt zijn om veilig en stabiel te
kunnen slepen. Hierbij dienen ofwel de wettelijk toegelaten snelheden
in het land waarin wordt gesleept in acht te worden genomen, dan wel
de voor het machinemodel gespecificeerde snelheden indien lager dan
het wettelijk maximum.
Zorg ervoor dat het maximale aanhangergewicht niet hoger is dan het
maximale brutogewicht van de machine (door de uitrustinglading te
beperken), dit is afhankelijk van de capaciteit van het onderstel.
Opmerking:
Het brutogewicht (op kenplaat) is enkel voor de standaard machine en
brandstof, exclusief extra opties, gereedschap, uitrusting en vreemde
materialen.
Voor het slepen van de machine, dient u ervoor te zorgen dat:
•
de banden en trekhaak in goed onderhouden staat zijn.
•
de afschermingen stevig vastzitten.
•
alle aanvullende apparatuur op een veilige manier is opgeslagen.
•
de remmen en lichten goed werken en voldoen aan de vereisten
voor op de weg.
•
afregelkabels/spankabels op de sleepwagen zijn aangebracht
De machine moet zo vlak mogelijk worden gesleept (de maximaal
toegestane trekstanghoek is tussen 0° en +5° horizontaal) om op de
juiste manier te kunnen slepen, remmen en de zichtbaarheid van de
lichten. Dit kan worden bereikt door een juiste keuze en afstelling van
de trekhaak, en afstelling van de trekstang bij een in hoogte
verstelbaar onderstel.
7/26E, 7/31E, 7/41
Om het volledige remvermogen te garanderen, moet het voorste
(sleepoog) stuk altijd vlak staan.
Bij het afstellen van het in hoogte verstelbaar onderstel:
•
ervoor zorgen dat het voorste (sleepoog) stuk altijd vlak staat.
•
eerst de achterste koppeling en dan de voorste verstellen als het
sleepoog hoger dient te worden gezet.
•
eerst de voorste koppeling en dan de achterste verstellen als het
sleepoog lager dient te worden gezet.
Na het verstellen moet elke koppeling handmatig worden vastgedraaid
en vervolgens tot aan de volgende pen worden aangedraaid. Breng de
pen weer in.
Gebruik bij het parkeren altijd de handrem en indien nodig geschikte
wielblokken.
Zorg ervoor dat de wielen, banden en sleephaak op een veilige manier
gebruikt kunnen worden en dat de trekstang goed is aangesloten.
Veiligheidskettingen/aansluitingen en hun afstelling
De wettelijke voorwaarden voor gecombineerd gebruik van de
afbreekkabel en veiligheidskettingen zijn nog niet bepaald onder 71/
320/EEC of voorschriften in NL. Daarom geven we volgend advies/
instructies.
Als alleen remmen zijn voorzien:
a) ervoor zorgen dat de afbreekkabel goed op de handremhendel is
gekoppeld en ook op een stevig gedeelte van de sleepwagen is
bevestigd.
b) ervoor zorgen dat de uiteindelijke kabellengte zo kort mogelijk is,
rekening houdend met de nodige speling voor de aanhanger zodat
deze kan draaien zonder dat de handrem wordt ingeschakeld.
Indien een combinatie van remmen en veiligheidskettingen is voorzien:
a) De kettingen op de sleepwagen aanhaken met de trekhaak als
ankerpunt of een andere punt dat even sterk is.
b) ervoor zorgen dat de uiteindelijke kabellengte zo kort mogelijk is,
rekening houdend met de nodige speling voor de aanhanger en
efficiënte werking van de afbreekkabel.
Indien alleen veiligheidskettingen zijn voorzien:
a) De kettingen op de sleepwagen aanhaken met de trekhaak als
ankerpunt of een andere punt dat even sterk is.
b) Bij het afstellen van de veiligheidskettingen dient er voldoende
speling in de kettingen te zijn zodat het voertuig gewoon kan
draaien. De kettingen moeten ook kort genoeg zijn zodat de
trekstang de grond niet raakt als de aanhanger per ongeluk van de
sleepwagen losraakt.