Vervangende onderdelen koppelen
De onderdelen van het L300 Go-systeem moeten elektronisch met elkaar worden gekoppeld om draadloos
te kunnen communiceren. De EPG en bedieningseenheid in de systeemkit zijn al gekoppeld. Wanneer een
patiënt een voetsensor gebruikt, moet tijdens een passessie de voetsensor worden gekoppeld met de andere
onderdelen. Wanneer een bedieningseenheid, EPG of voetsensor wordt vervangen, moet het nieuwe vervangende
onderdeel worden gekoppeld met bestaande onderdelen.
Opmerking: Zorg ervoor dat de onderdelen zich dicht bij elkaar bevinden (rond 5 cm) wanneer u deze koppelt.
Voorbereidingen voor het koppelen
1. Wanneer het vervangende onderdeel een EPG is, moet u zorgen dat deze volledig is geladen.
Raadpleeg de sectie 'Het L300 Go-systeem laden' in deze handleiding voor meer informatie.
2. Zorg dat de EPG is bevestigd aan de EPG-houder op de manchet.
3. Schakel de EPG in door op de aan/uit-knop op de EPG te drukken.
Een onderbeen-EPG koppelen met een dij-EPG
1. Zorg dat beide EPG's zijn ingeschakeld.
2. Plaats de onderbeenmanchet en de dijmanchet, met de EPG's aangesloten, op enkele centimeters
van elkaar.
3. Druk tegelijkertijd op de plus- en minknop op de onderbeen-EPG en houd ze ingedrukt. De EPG
schakelt naar koppelingsmodus en het EPG-statuslampje wordt afwisselend groen, geel en rood.
4. Druk onmiddellijk tegelijk op de plusknop en minknop op de dij-EPG en houd ze ingedrukt. De EPG
schakelt naar koppelingsmodus en het EPG-statuslampje wordt afwisselend groen, geel en rood.
5. Wanneer de koppeling tot stand is gebracht, knippert op beide EPG's het EPG-statuslampje groen.
Een nieuwe bedieningseenheid koppelen met de EPG
1. Degenen met een manchet voor het onderbeen moeten zorgen dat de onderbeen-EPG is ingeschakeld.
Degenen met een manchet voor de dij moeten zorgen dat de dij-EPG is ingeschakeld.
2. Plaats de manchet, met de EPG bevestigd, en de bedieningseenheid enkele centimeters van elkaar
vandaan.
3. Schakel de bedieningseenheid in door op een knop te drukken. Er verschijnt een knipperende P in het
scherm. Zo niet, druk dan tegelijkertijd op de plusknop en de minknop tot een knipperende P verschijnt.
4. Bij gebruik van een onderbeenmanchet, moet tegelijkertijd op de plusknop en minknop op de
onderbeen-EPG worden gedrukt. De EPG schakelt naar koppelingsmodus en het EPG-statuslampje
wordt afwisselend groen, geel en rood.
Hoofdstuk
Hoofdstuk 12: Vervangende onderdelen koppelen
12
87