Trainingsmodus
De trainingsmodus wordt gebruikt om de spieren te trainen wanneer de patiënt niet loopt (bijvoorbeeld tijdens
het zitten, staan of liggen). De trainingsmodus werkt onafhankelijk van de voetsensor en de bewegingssensoren
in de onderbeen-EPG. Stimulatie wordt toegediend in vooraf instelde cycli.
Voor gebruikers van de onderbeenmanchet is de trainingsmodus bestemd om training van de spieren mogelijk te maken,
atrofie van de spieren in het onderbeen door gebrek aan gebruik te voorkomen of uit te stellen, de bewegingsuitslag
van de enkel te helpen behouden of vergroten en bij te dragen aan een verbeterde plaatselijke doorbloeding. Voor
gebruikers van de dijmanchet is de trainingsmodus is bedoeld om training van de spieren mogelijk te maken, atrofie
van de spieren in het onderbeen door gebrek aan gebruik te voorkomen of uit te stellen, de bewegingsuitslag van
de kniegewrichten te helpen behouden of vergroten en bij te dragen aan een verbeterde plaatselijke doorbloeding.
Modus voor de specialist
In de modus voor de specialist kan de specialist extra training toepassen. De modus voor de specialist wordt
gebruikt om stimulatie in de onderbeenmanchet en dijmanchet tegelijk of onafhankelijk van elkaar te starten/
onderbreken. De specialist kan bijvoorbeeld de modus voor de specialist gebruiken om de klinische training uit
te breiden met evenwichtstraining voor acute en subacute patiënten. In de modus voor de specialist worden de
voor de loopmodus ingestelde stimulatieparameters gebruikt. De specialist kan de modus voor de specialist
inschakelen door de stimulatieknop en minknop op de bedieningseenheid vijf seconden ingedrukt te houden.
Wanneer op de stimulatieknop wordt gedrukt, worden de manchetten voorzien van handmatige stimulatie,
zolang de knop wordt ingedrukt. Druk op de modusknop om de modus voor de specialist te verlaten.
Voetsensor
De voetsensor is een optioneel onderdeel van het L300 Go-systeem. De voetsensor maakt gebruik van een
algoritme voor dynamische loopdetectie om na te gaan of de voet zich op de vloer of in de lucht bevindt, en
stuurt draadloze signalen naar de EPG('s) om de stimulatie te synchroniseren op basis van het looppatroon.
Opmerking: De voetsensor is niet compatibel met het L300 Go-systeem bij gebruik van de fietstrainingmodus.
De voetsensor bestaat uit een druksensor, een zender en een klem. Zie afbeelding 4-5. De druksensor wordt onder
de binnenzool van de schoen geplaatst. De zender wordt gedragen geklemd op de binnenrand van de schoen.
De voetsensor heeft ook twee indicatielampjes en wordt van stroom voorzien door een lithiumknoopcelbatterij
(CR2032-batterij). Zie afbeelding 4-5 en tabel 4-5.
op: De loopsensor is niet gevalideerd voor gebruik door personen die meer dan 136 kg wegen.
Let
op: Gebruik de voetsensor niet met een niet-flexibele binnenzool, zoals een aangepaste
Let
stijve orthese of een enkel-voetorthese.
14
Handleiding voor de specialist
Zender
Indicatielampjes
Afbeelding 4-5: Voetsensor
Klem
Druksensor