Opmerking: Een intensiteitsniveau van '0' staat gelijk aan geen stimulatie.
De intensiteit van de stimulatie afstellen (voor patiënten die de onderbeenmanchet of de dijmanchet
gebruiken):
1. Druk op de plus- of minkop op de bedieningseenheid of op de EPG om de stimulatie-intensiteit te
verhogen of te verlagen. Zie afbeelding 4-9.
2. Het nummer van het nieuwe niveau wordt weergegeven op het digitale display op de bedieningseenheid.
De intensiteit van de stimulatie afstellen (voor patiënten die zowel de onderbeenmanchet als de dijmanchet
gebruiken):
1. De stimulatie-intensiteit moet voor elke verbonden EPG apart worden afgesteld. Druk op de selectieknop
op de bedieningseenheid om de onderbeen-EPG of dij-EPG te selecteren. Zie afbeelding 4-9.
2. Druk op de plus- of minkop op de bedieningseenheid om de stimulatie-intensiteit te verhogen of te
verlagen. Zie afbeelding 4-9.
3. Het nummer van het nieuwe niveau wordt weergegeven op het digitale display op de bedieningseenheid.
4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor de andere verbonden EPG.
Opmerking: De stimulatie-intensiteit kan ook worden aangepast zonder gebruik te maken van de bedieningseenheid,
door op de plus- of minkop op elk van de EPG's te drukken.
Audio- en vibratiefeedback wijzigen met behulp van de bedieningseenheid
De EPG kan tijdens de stimulatie feedback geven via geluid en vibratie. De audio- en vibratiefeedback wordt
ingesteld in de Bioness Clinician Programmer-app. Als de audiofeedback tijdens stimulatie is ingeschakeld,
kan de patiënt deze uitschakelen met de bedieningseenheid.
18
Handleiding voor de specialist
Afbeelding 4-9: De intensiteit van de stimulatie afstellen
Waarde van
stimulatie-
intensiteit
Plusknop
Minknop