Geavanceerde
stimulatieparameter
Voetsensor
Afbeelding 9-4: Stimulatie programmeren, Parameterscherm met venster Geavanceerde instellingen
Instellingen programmeren op het scherm Geavanceerde parameters
Als de patiënt de sturende elektrode gebruikt, zorg dan dat het vervolgkeuzemenu Elektrode is ingesteld op Sturende
elektrode om te zorgen dat het pictogram Geavanceerde parameters is ingeschakeld. Druk op het pictogram voor
Geavanceerde parameters om het venster Geavanceerde parameters te openen. Zie afbeelding 9-3. De specialist
kan dan de mediale en laterale stimulatie-intensiteit aanpassen voor de onderbeen-EPG. Zie afbeelding 9-5.
Afbeelding 9-5: Stimulatie programmeren, Parameterscherm met venster Geavanceerde parameters
Definitie
Wanneer de Bioness Clinician Programmer-app is verbonden met een
systeem waarbij een voetsensor wordt gebruikt. De voetsensor wordt
ingeschakeld. Gebruik de vervolgkeuzelijst om het volgende te selecteren:
Contra-laterale versus Zelfde zijde.
Vak Voetsensor vereist: wanneer dit niet is ingeschakeld, wordt de back-
upfunctie voor bewegingsdetectie ingeschakeld. Als de voetsensor
niet communiceert met de EPG, gebruikt de EPG de geïntegreerde
bewegingssensoren voor loopdetectie.
Tabel 9-2: Definities van geavanceerde stimulatieparameters
Hoofdstuk 9: Programmeren voor de patiënt
65