Loopinstellingen programmeren
Loopinstellingen programmeren:
1. Zorg dat de patiënt staat.
2. Druk op het Parameterscherm op het pictogram Loopscherm
3. Het scherm Loopinstellingen wordt geopend. Zie afbeelding 9-6.
Testknop
4. Pas de instellingen aan voor Stijgingstijd, Daaltijd, Verlengen, Vertraagd en Intensiteit. Zie tabel 9-3.
Loopparameters
66
Handleiding voor de specialist
Afbeelding 9-6: Stimulatie programmeren, scherm Loopinstellingen
Definitie
De tijd, in seconden, die nodig is voor de stimulatie om van nul tot
het maximale ingestelde niveau te gaan. Een geleidelijke verhoging
van de stroom maakt de stimulatie comfortabeler, helpt rekreflexen
vermijden en vertraagt het begin van de spiersamentrekking. Waarden
Stijgingstijd
zijn van 0 tot 0,5 seconden in stappen van 0,1 seconde.
De tijd, in seconden, die nodig is voor de stimulatie om van het maximale
ingestelde niveau naar nul te gaan. De stroom wordt langzaam verlaagd
om de spiersamentrekking geleidelijk te verminderen. Verhoog deze
instelling om neerklappen van de voet te voorkomen. Waarden zijn
Daaltijd
van 0 tot 0,5 seconden in stappen van 0,1 seconde.
Het percentage totale tijd van hielcontact tot hiel eraf waarin de
stimulatie doorgaat na hielcontact met de grond. Deze parameter
bepaalt de tijdsduur voordat de stimulatie ramp down begint. Verhoog
Verlengen
deze instelling om neerklappen van de voet en genu recurvatum
(hyperextensie van de knie/knakkende knie) te voorkomen of om
de stabiliteit van de enkel te vergroten tijdens staan.
Het percentage van de totale tijd dat de stimulatie wordt vertraagd
nadat een loopgebeurtenis is gedetecteerd. Wordt gebruikt om
voortijdig optillen van de voet te voorkomen. Deze parameter bepaalt
Vertraging
de tijdsduur voordat de stimulatie gaat stijgen. (Het percentage %
vertraging wordt berekend op basis van de totale tijd van geen
hielcontact tot hielcontact.)
.
Stimulatieknop