De dijmanchet bestaat uit de EPG-houder, de EPG voor de dij en geïntegreerde elektroden. De manchet heeft ook
een locator die wordt gebruikt om de dijmanchet nauwkeurig op het been te plaatsen en herhaaldelijk elektrodecontact
mogelijk te maken. Deze dijmanchet heeft afstelbare banden die de manchet op zijn plaats op de dij houden. De
dijmanchet kan afzonderlijk (Thigh Stand-Alone-configuratie) of samen met de onderbeenmanchet worden gebruikt.
Elektroden
Locator
EPG-houder
Bandhouder
EPG
Banden
Afbeelding 4-2: Dijmanchet
De effectiviteit van het teweegbrengen van spiersamentrekkingskracht in de dijmanchet hangt af van amplitude,
duur, frequentie en golfvorm van het elektrische stimulatiesignaal. De specialist kan de kracht, efficiëntie en
timing van de spiersamentrekking beïnvloeden door stimulatieparameters af te stellen om tijdens het lopen
voldoende kniebuiging of -strekking te geven.
Onderbeen-EPG en dij-EPG
De EPG voor het onderbeen genereert elektrische stimulatie die wordt gebruikt om de spieren in het been
samen te trekken die de voet en tenen optillen. De EPG bevat een geïntegreerde bewegingssensor en een
algoritme voor looppasdetectie om de elektrische stimulatie te synchroniseren met de loopgebeurtenissen (wel
of niet voetcontact). De onderbeen-EPG reageert ook op standaard draadloze Bluetooth
Low Energy-signalen
®
(BLE) van de bedieningseenheid en de voetsensor. Als een patiënt zowel de onderbeen- als dijmanchet draagt,
zendt de onderbeen-EPG ook draadloze signalen naar de dij-EPG.
De dij-EPG genereert elektrische stimulatie voor het buigen of strekken van de knie. De dij-EPG reageert
op draadloze signalen van de bedieningseenheid, onderbeen-EPG (voor patiënten die de manchet voor het
onderbeen dragen met de manchet voor de dij) en de voetsensor om stimulatie in of uit te schakelen.
De effectiviteit van het teweegbrengen van spiersamentrekkingskracht hangt af van amplitude, duur, frequentie
en golfvorm van het elektrische stimulatiesignaal. De specialist kan de kracht, efficiëntie en timing van de
spiersamentrekking beïnvloeden door stimulatie- en loopparameters af te stellen. De EPG kan één of twee
stimulatiekanalen activeren, afhankelijk van het type manchet en de gebruikte elektrodeconfiguratie. Raadpleeg
het hoofdstuk 'Programmeren voor de patiënt' in deze handleiding voor meer informatie.
Elektrische stimulatie kan ook door patiënten worden geregeld met bedieningsknoppen op de EPG, via de
myBioness-app of draadloos met de bedieningseenheid. De EPG heeft vier knoppen, twee indicatielampjes en
een oplaadbare batterij (lithium-ion batterij van 1000 mAh). Zie afbeelding 4-3, tabel 4-1 en tabel 4-2. De EPG
laat een geluidssignaal horen wanneer de draadloze communicatie niet werkt of er iets mis is met het onderdeel.
10
Handleiding voor de specialist