HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS
Indicatorpaneel op platformbedieningsstation
(Zie Figuur 3-5., Indicatorpaneel op
platformbedieningsstation)
OPMERKING: Op het indicatorpaneel van het platformbedienings-
station worden symbolen van verschillende vorm
gebruikt om de machinist te wijzen op verschillende
bedrijfssituaties die kunnen ontstaan. De betekenis
van deze symbolen wordt hieronder toegelicht.
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die,
indien deze niet wordt verholpen, ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Deze indi-
cator is rood.
Duidt op een abnormale bedrijfsconditie die,
indien deze niet wordt verholpen, onderbreking
van het machinebedrijf of schade tot gevolg kan
hebben. Deze indicator is geel.
Duidt op belangrijke informatie over de bedrijfs-
conditie, m.a.w. procedures die essentieel zijn
voor de veilige bediening. De indicator is groen
met uitzondering van de capaciteitsindicator die
groen of geel is afhankelijk van de stand van het
platform.
3-12
1. Waarschuwingslichtje scheefstandalarm
Dit lichtje geeft aan dat het chassis op een helling staat
(steiler dan 5 graden). Als de giek boven de horizontale
stand staat en de machine op een helling van 5 graden
staat, klinkt een alarm en wordt de kruipsnelheid automa-
tisch geactiveerd.
WANNEER DIT LICHTJE BRANDT TERWIJL DE GIEK GEHEVEN OF UIT-
GESCHOVEN IS, MOET DEZE WORDEN INGESCHOVEN EN TOT ONDER
DE HORIZONTALE STAND WORDEN NEERGELATEN. PLAATS DE
MACHINE VERVOLGENS HORIZONTAAL ALVORENS DE GIEK UIT TE
SCHUIVEN OF BOVEN DE HORIZONTALE STAND TE HEFFEN.
2. Indicator overbelasting platform (indien aanwezig).
Duidt op overbelasting van het platform.
3. Indicator platformcapaciteit (indien aanwezig)
Geeft de gekozen maximumcapaciteit
van het platform aan.
Eén van de capaciteitsindicatorlampjes moet altijd bran-
den. Beide lichtjes knipperen en er klinkt een alarm als
het platform buiten het werkbereik voor de gekozen
capaciteit is.
– JLG Hoogwerker –
3122554